492
De positie van Italië in Afrika.
Na do verovering van de plaatsen Keren en Asmara is voor de
Italiaansche troepen in Afrika een gunstiger toestand ingetreden, daar
het klimaat in die streken minder moordend schijnt te zijn. Italië
schijnt van offensief optreden voorshands af te zien, ten einde
zooveel mogelijk partij te kunnen trekken van de reeds gemaakte
veroveringen Men begint wegen aan te leggen en wendt pogingen
aan Keren en Asmara te maken tot handelscentra van de O.-kust
van Afrika.
De toestand in Abessinië is van dien aard dat de hoop op eene
spoedige volledige pacificatie opgegeven is. Het bij verdrag met
den Negus verkrijgen van het kustgebied van de Roode Zee behoort
tot de vrome wenschen.
Het bondgenootschap met Italië is echter voor ieder pretendent
daar zeer gewenscht, zoodat door onderlinge afgunst van de Inlandsche
vorsten Italië op zeer gemakkelijke wijze in het bezit kan blijven
van de eens veroverde streken.
De generaal Bertolé Vlale deelde dan ook in de gedeputeerde kamer-
mee dat, althans voorloopig, geen geld of troepen voor uitbreiding
in Afrika benoodigd waren.
Om echter op alle omstandigheden voorbereid te zijn, is het
dringend noodig
1°. eene rij forten te bouwen in de richtiug Monkullo Keren
Asmara
2°. de bezettingstroepen, die bij Keren vooruitgeschoven zijn, te
versterken, hetgeen zeer goed geschieden kan door afdeelingen uit
Massowa over te plaatsen naar het gezondere klimaat van de hoog
vlakte van Abessinië;
3°. verdragen te sluitenen door goede behandeling van den
inboorling dezen er toe te brengen de bezetting door Italië als een
zegen voor het land te beschouwen.
Keren, de hoofdstad van de provincie Bogos, beteekent als plaats
niets; het is een ellendig, klein dorp. De waarde er van bestaat
in de ligging op de hoogvlakte van het land, 1360 M. boven de
zee en omgeven door eene heuvelrij. De stad bestaat uit 2 straten,