493 waarvan do eene bewoond wordt door Perzische koopleiden, de andere door Abessiniërs en Arabieren. In de nabijheid van de stad ligt een fort, waarin de woning van den commandant en gebouwen voor het telegraafstation, de posterijen en de magazijnen gevonden worden. Dit fort bestrijkt den geheelen omtrek, behalve in Z. richting, waar op 3 KM. afstand de Vbessinische bergen verrijzen. Het fort is van steen met muren van 6 M. hoogte en 3.6 M. dikte, en voorliggende diepe grachten. De handel van Keren heeft in de laatste jaren door de onveilig heid der omstreken veel geleden. Door krachtig optreden van de Italiaansche regeering kan zij weder in bloei toenemen, daar de omwonende stammen en, hoofdzakelijk de Egyptische Feni-Amer, groote kudden vee bezitten. Bovendien ligt Keren aan de gewichtigste karavanenpassage, Asmara aan eene andere. Keren werd den 2on Juni jl. bezet door den majoor Moio met een bataljon Inlandsche troepen, eene bergbatterij, een peloton tirailleurs en eenige vrijwilligers uit de bevriende stammen, samen ongeveer 1000 man. Uit het Britsch-Indische leger. Volgens het door het bestuur van de matigheidsgenootschappen uitgegeven dagblad schijnen de beginselen vau de „Army Tempe rance Association" in Britsch-Indië in goede aarde te vallen. Er wordt althans vermeld dat er op het oogenblik onder de Brit- sche troepen 12712 onthouders zijn, allen leden van den matig- heidsbond. (1) Men waardeert over het algemeen ten zeerste de pogingen door den boud aangewend, omdat men overtuigd is van het groote nut van matigheid in de warme luchtstreek, maar bovendien omdat de sol daat door onthouding meer geschikt wordt tot hot vervullen van zijne soms zeer moeilijke plichten. (1) Zie Ind. Mil. Tijdsein'. 1886, I, blss. 112.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 499