504 „(koeli s) voor hel guaruisoen dagelyks te fourneeren, dog voor het „gras, dat zy aan de dragonders paarden en andere komen te leveren, „maandelyks twaalf stuyvers te zullen erlangen." Spraken wij hiervoren over te groote decentralisatie, een onvermijde lijk- gevolg van de groote afstanden en van het nog in zijne windselen besloten verkeer, zoowel ter zee als te land, ook de samenwerking van onmiddellijk naast en onder elkaar dienende bevelhebbers liet veel te wenschen over. Omtrent de discipline melden verschillende geschriften ons niet veel goeds; het dagregister van Imhoff zegt: „met de militie was het hier ter plaatse (Soerabaia) ook maar tamelyk, „zynde de subordinatie sober, de inbeelding groot en de attentie van „de meeste veel meer op het vergaderen van het eeDe of andere, „waartoe de troubelen goede gelegenheid geven, als om zig in zyn „dienst te evertueeren. Trouwens in een leger, waarin, naar het schijnt, de soldaten slaven hebben mogen houden, zal moeilijk een behoorlijke geest van onderdanigheid, van volstrekt lijdelijke onder werping aan den wil van den meerdere, zijn gehouden; de straffen waren dan ook zeer streng; in Europa waren ze het echter niet minder. Frederik de Groote voerde, om zijne soldaten bij de bekende frontmarschen in rij en gelid te houden, de strengste straffen inhet toepassen van lijfstraffen behoorde tot de orde van den da0, Wij vonden o. a. deze straf: „een na herwaarts (Samarang) in „arrest terug gezondenen soldaat over syn clandestin vertrek na „Batavia als andere brutaliteyten gecondemneert1°. tot de spitsroede „en voorts gedegradeert tot matroos met ƒ9." Die tweede straf komt den militairen lezer misschien al zeer zon derling voor, doch in die dagen maakte men tusschen de betrekking van soldaat en matroos nog niet zoo'n fijn onderscheid als thans. „Het is door de ondervinding bewezen, dat alle militaire expeditien te „lande in deze gewesten nadeeliger zyn, dan die ter zee konnen „ondernomen wordenitem, dat een goed zeeman ook teffens een „goed soldaat kan zyn en dat een soldaat, ter zee varende, ook, wanneer „het vereyscht wordt, te lande kan ageren; uyt dien hoofde is't ook „seker dat des Ed. Comps. interest medebrengt, niet sooseer hare „landmagt, als die ter zee ontzaggelyk te maken," lezen wij in eene memorie van zekere commissie aan de HH. XVIInen, O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 510