BOEKBËOORDEELING.
De derde Javaansche successie-oorlog
(1746-1755) door P. J. F. Louw, le Lui
tenant der Infanterie bij het Nederlandscli-
Indische Leger. Uitgegeven door het Ba-
taviaasch Genootschap van Kunsten en
Westenschappen. Batavia, Albrecht Ru-
sche. 'sHage, M. Nijhoff 1889.
Sedert meer en moer de bronnen aan het daglicht komen, waaruit voor
de studie van de geschiedenis der Oost-Indische Compagnie kan worden
geput, begint men ook van de vruchten dier studiën meer te merken.
Het werk van den heer M. L. van Deventer „Geschiedenis der Neder
landers op Java" en de periodieke bijdragen van den beheerder van
's Lands-Archief te Batavia, Mr. J. A. van der Chijs, leggen daarvan in
den jongsten tijd getuigenis af.
Eerstgenoemd werk gaf den heer Louw aanleiding een gedeelte daar
uit, dat hem bijzonder belangrijk voorkwam, de geschiedenis nl. van den
derden Javaanschen successie-oorlog, nader te bestudeeren, eene studie wel
ke, door vergelijking met de daarvoor in aanmerking komende bronnen en
raadpleging van nieuwe, den wensch bij hem deed ontstaan dat tijdvak
uitvoeriger te beschrijven dan in het bestek lag van 's heeren Yan De-
venter's arbeid en daarbij tevens het op militair gebied voorgevallene
in al zijne bijzonderheden te doen uitkomen.
Bovenvermeld werk is het resultaat dier studie.
Wat vorm aangaat staat het bij de „Geschiedenis der Nederlanders op
Java" achter; de vele uitvoerige citaten maken de lectuur niet aantrek
kelijk, een gebrek trouwens dat door den schrijver in zijne voorrede
wordt erkend, doch verontschuldigd door zijn streven naar objectiviteit,
dat hem in stede van eigen woorden liefst die zijner zegslieden liet bezigen.
Toch komt het ons voor dat zulk eene objectiviteit wel eenigszins ver
gedreven is; vele goede geschiedschrijvers van alle tijdon zijn daar, om te
bewijzen dat men objectief kan zijn, ook al bezigt men eigen taal en stijl.