528
verder deboucheerenden gevolgd. Drie der vijanden sloegen op de
vlucht, de overigen werden deels door geweerschoten deels met de
bajonet afgemaakt. Onmiddellijk ging de compagniescommandant
met een tiental manschappen op eene tweede groep kuilen aan, waar
zich weldra een hevig gevecht ontwikkelde. Toen gaandeweg meer
manschappen zich daarin mengdendolven de Atjehers weldra het
ouderspitgeen hunner ontkwam.
Inmiddels waren ook de genietroepen uit het bosch gedebou-
cheerd, en ging men verder op eene derde, meer verwijderde groep
kuilen los, van waaruit de vijand een hevig vuur opende; dicht
genoeg genaderd zijnde werd met een luid hoera de stormloop
aangevangen, en was men weldra handgemeen. Ook hier behiel
den wij ondanks den heftigen tegenstand de overhand; de vijanden,
die van geen wijken wisten, werden allen afgemaakt. De enkele
Atjehers die den troep hierna nog beschoten, werden door vuur
weldra verdreveD, waarop de compagniescommandant verzamelen en
ophouden met vuren liet blazen. Slechts langzamerhand kwamen de
door het gevecht zeer uiteengeraakte manschappen bijeende ge
wonden werden verbonden en de door de hitte bevangenen weder
bijgebracht. Een klewangaanval, gedurende dit bedrijf door 5 vastbe
raden Atjehers op de nog niet verzamelde compagnie ondernomen,
werd verijdeld, doordien de Amboineesche sergeant Karuwal den
vijand tijdig bemerkte en hem met 4 anderen onmiddellijk tege
moet trok; het vijftal vijanden werd gedood. Eenige vijanden die
daarna het vuur op de verzamelde compagnie openden, werden spoe
dig verdreven.
Hiermede was het gevecht te dier plaatse afgeloopenhet had
een half uur geduurd; de vijand liet ongeveer 40 lijken op het
terrein liggen.
De hoofdcolonne was intu9schen eveneeDS met succes opgetreden.
Nadat door de omtrekkende beweging de vijand was verrast, was het
artillerievuur bij die colonne gestaakt en rukte de voorhoede langs
den weg verder voorwaarts, waarbij zij weldra uit het front der
vijandelijke stelling werd beschoten. Ook hier werd niet lang ge
talmd; eene sectie onder luitenant Van Beusekom rukte tegen den
in kuilen ingegraven vijand op en ging, na een korten afstand te