533
vechtslinie te verlengen. Tegelijkertijd werd vuur van de linkerzijde
ontvangen, waarop de compagniescommandant de 3e sectie de haak-
stelling deed innemen.
Terwijl deze bewegingen nog niet geheel waren uitgevoerd, sprong
plotseling eene bende, van naar schatting 200 Afjehers, op een afstand van
ongeveer 50 passen uit de alang-alang en de daarin gegraven kuilen
op en vloog in gebukte houding, met den klewang in de hand, op het
voorste peloton aan. Op het commando van den compagniescommandant
„Salvovuur" gaf eerst de rechter-, toen de linker-en daarop weder de
de rechtersectie een salvodoch niettegenstaande hierdoor stellig
een 40tal Atjehers werd neergeschoten, zette de vijand zijn
stormloop door en drong de sectie Gaade binnen. Door dezen on-
stuimigen aanval geraakte deze sectie, waarvan al spoedig verscheidene
manschappen werden neergeslagen, in verwarring; het grootste ge
deelte der overschieteuden week terug, weldra de andere sectiën mede
slepende, zoo dat de geheele compagnie door eene paniek werd bevangen.
Slechts weinigen bleven staan. De kapitein Mollinger, de 1" lui
tenant Gaade, de Eur. Korporaal Schordel], de Eur. fuseliers van
Maele, Gabriels, Swier en Yan Dorp en de hoornblazer Kooistra
verdedigden zich hardnekkig. Luitenant Gaade sneuvelde, Schordell
en van Maele bieven zwaar gewond op de plaats liggen, waarop
de anderen al vurende en vechtende terugtrokken.
De commandant der artillerie had op het zien van den klewang-
aanval onmiddellijk zijne stukken met kartets doen laden, doch kon
geen vuur geven, daar hij uit de stelling welke hij innam ook de
eigen troepen zoude hebben getroffen. Ook de reserve moest, na enkele
salvos op den vijand, om dezelfde reden haar vuur staken.
Gelukkig kon van andere zijde meer werkdadige hulp worden verleend.
De 2e compagnie had namelijk intusschen den daareven ontvangen
last reeds gedeeltelijk opgevolgd. Wel was bij het deboucheeren
uit den pepertuin de voorste sectie nauwelijks op de vlakte
gekomen, of zij werd uit g beschoten, doch zij verdreef
den vijand van daar, waarop de compagnie verder rukte, eene groep,
ter observatie van den vijand, in g achterlatend. Op deze groep
deed de vijand, die zich achter een natuurlijken berm in den linker
oever der Pedawa Pontong had opgehoopt, een klewangaanv&l, doch