534 haar aanvoerder, de sergeant-majoor Wolvekamp, verdedigde zich met zijne Amboineezen zoo flink, dat de vijand, nadat de voorste aanvallers a bout portant waren neergeschoten, afdeinsde. Terwijl dit plaats had nam de intusschen met het voorste peloton gede- boucheerde luitenant Van Bloemen Waanders den aanval des vijands bij r waar Op het zien der retireerende 4e compagnie snelde hij in den looppas met zijn peloton ter hulp; de compagniescommandant, kapitein Hansen, na den sergeant-majoor Wolvekamp gelast te hebben met zijne groep stand te houden, snelde met de 3 overige groepen van het andere peloton zijner compagnie eveneens toe en door het gemeenschap pelijk ingrijpen dezer zeven groepen kwam de vijand tot staan en werd de 4e compagnie ontzet. Weldra weken de vervolgende Atjehers op hunne beurt en werden zij door de 2e compagnie nagezet. Deze com pagnie stuitte daarbij spoedig op eene rij kuilen en loopgraven, die achtereenvolgens genomen werdenwel gingen daarbij nog telkens kleine groepjes Atjehers tot den klewangaanval over, maar deze vijanden werden met weinig moeite afgeslagen en neergelegd. De vervolging werd voortgezet tot aan het op de schets aangegeven punt. Ook de le compagnie had intusschen, op het hooren van het hevige geweervuur, den pepertuin B verlaten. Hare hulp was echter voor de uiteengeslagen 4e compagnie niet meer noodig, de vervol gende vijand was reeds door de 2e compagnie verjaagdalleen wer den nog een 20tal Atjehers, die aan den aanval der 2e compa gnie ontkomen waren, door haar vuur neergelegd. De reserve was gedurende den klewangaanval eveneens door den vijand onder vuur genomen, doch zonder dat ons dit veel afbreuk deedzij beantwoordde het vuur, dat weldra ophield. De groep onder den sergeant majooor Wolvekamp had intusschen bij g den vijand geheel verjaagd en zich bij hare nog steeds vervolgende compagnie aangesloten, zoodat zij ook aan dit succes nog kon deelnemen. De vijand aldus uit al zijne stellingen verdreven zijnde, werd het verband in de door elkander geraakte compagnieën hersteld en werden de gewonden verbonden, waarna ten 8-^ uur v. m. de terug- marsch werd aanvaard langs de op schets aangegeven route. Daar volgens mededeeling van den gids Mat Said, het te doorloopen ter rein nog bezaaid was met loopgraven en kuilen en de kans dus be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 540