543
man, waaronder 100 ruiters; de infanterie was meerendeels met ge
weren en overigens met pieken gewapend. Bij onderscheidene
gelegenheden hebben gedeelten van dat korps belangrijke diensten
bewezen en zoo groot was het vertrouwen in die troepen, dat toen
na den algemeenen opstand in Bondjol en aangrenzende gewesten,
den 12den Januari 1833 uitgebarsten, en het afloopen van onderscheidene
posten, eeno concentratie van onze zwakke krijgsmacht noodig werd
geoordeeld, de bezetting en verdediging van de posten in de 50 Kota's
en Alahan, die van de posten Vermeulen Krieger te Soengei Poea,
Matoea, Boea en Boekit Koriri werd toevertrouwd aan detachementen
van dien barisan. Een dier posten, het fort Vermeulen Krieger nl., is in
Mei van dat jaar door de 60 man sterke bezetting verlaten, na twee
hevige aanvallen te hebben afgeslagen en toen het bleek dat dienten
gevolge de munitie reeds zoodanig verminderd was, dat aan een derden
aanval als de beide vorige bezwaarlijk weerstand zou kunnen ge
boden worden.
In de maand October 1833 werd deze barisan ontbondende
minderen werden als Inlandsche sergeanten, korporaals en soldaten
bij het leger ingedeeld; de hoofden (pangerangs en tommonggongs)
kregen officiersrangen.
Vermelding verdient hier ook het feit dat het 114 man sterke de
tachement, waarmede de luitenant-kolonel Vermeulen Krieger
den 12den Januari 1833 zijn zoo beroemd geworden terugtocht van
Pisang naar Boekit Koriri volbracht, waarbij bijna niemand ver
schoond was gebleven van randjoewonden of andere lichte kwetsuren,
17 man sneuvelden en 54 minderen gewond werden, voor de kleinste
helft uit Inlanders bestond.
Van minder gunstige zijde deden de Inlanders zich kennen bij
gelegenheid van de verdediging van het reduit van Goegoe Malintang
van 24 27 Februari 1843, waarvan de bezetting onder den 2den
luitenant J. Banzer bestond uit 10 Europeanen en 35 Inlanders
benevens 44 Inlandsche vrouwen en kinderen14 Inlanders verlieten
nl. de twee laatste nachten in stilte den post. Men dient hier
evenwel rekening te houden met de omstandigheden, welke niet
konden nalaten een buitengewoon demoraliseerenden invloed uit te
oefenen; vooreerst, was de bezetting overvallen en kon niet dan met