48 veiligheidsdienst tegen verrassingen hunoer Aziatische vijanden (Turkmenen). De Oostenrijkers gebruikten ze in de Herzegowina. De smokkelaars op de Fransche grenzen maken een ruim gebruik van afgerichte honden bij de uitoefening van hun beroep. Een heir- leger dier smokkelaars woont sporadisch verspreid langs de ontzaggelijk uitgestrekte landgrens en legt zich toe op den geheimen invoer" van artikelen, die in Frankrijk zwaar belast worden deze artikelen worden in kleine hoeveelheden verpakt, en door een talrijk leger van „chiens fraudeurs" ingevoerd. Deze met pakken belaste honden ontwijken regelmatig het leger der douanen met hunne „chïens douaniers," en zoo worden dagelijks tallooze kleine jachten en gevechten geleverd. De africhting geschiedt als volgt: De smokkelaar brengt zijn zes maanden ouden hond over de grens bij een internationalen winkelier, die hem behulpzaam zal zijn in het africhten en later in den verboden handel; hij laat den hond achter bij den heler, en keert naar huis ^rug. 's Avonds jaagt de winkelier den hongerig geworden hond onder een vloed van slagen en schoppen het huis uit, en het dier, hier zwaar mishandeld, keert troosteloos en met hangenden staart bij zijn meester terug, die hem nu vriendelijk aanhaalt en beloont met een stevig hondenmaal. Deze natuurlijke oefening eenige keeren, later bepakt en op grootere afstanden, herhaald en steeds bij avond gehouden, maakt den hond volkomen geschikt voor zijn bedrijf. Op tegenovei gestelde wijze gaat de douaan te werk om zijn jongen hond af te richten tot opsporing en najaging van den smokkelaars hond. Baas en hond leggen zich in hinderlaag; hij gewent den hond om aldaar gedekt te blijven, om steeds waakzaam te zijn, omniette blaffen maar door zacht gebrom kennis te geven van menschen of honden, die mochten zichtbaar zijn. Indien hij nu blaft, wordt hij ge straft; indien hij door kwispelstaarten of door zacht geknor kennis geeft van de aanwezigheid van zijne vijanden, wordt hij vriendelijk beloond. Na eenige oefening ontdekt een goede donanenhond op 200 M. een troep smokkelende honden of een alleen zijnd persoon. Tot zoover de mededeelingen van den heer De Koek van Leeuwen. In Nederlandsch Indië bleven de korte berichten, die van tijd tot tijd in militaire tijdschriften werden aangetroffen over het gebruik

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 54