549
onderofficieren (During en Gerlings) en twee flankeurs (Yan Alphen
en Balsiger); de Inlandsche soldaten zijn achtergebleven, zij durven
niet, zij gehoorzamen niet. Onder een regen van werpspiesen houdt
Reuter evenwel stand; flankeur Yan Alphen wil het eerst over de
palissaden binnendringen, maar een lanssteek doodt hem, sergeant
Gerlings krijgt een kogel in de borst en sneuvelt en Reuter moet
dus terug. Hij wijkt echter niet meer dan een tiental passen, al
waar achter eenige boomen dekking wordt gevonden; hij spreekt
zijne flauwhartige soldaten toe, stormt nog eenmaal voorwaarts, doch
staat weder met During en Balsiger alléén voor de palissadeeriug-
Door een werpspies gewond en niet ondersteund, retireert hij ten
tweeden male en bepaalt zich nu tot het neerschieten van iederen
vijand, die zich boven de palissadeering vertoont. Tengevolge van
een en ander is Reuter verplicht van zijn voornemen, den vijand te
verdrijven, at te zien.
Had de vijand te Tambarangan een oogenblik gezegevierd over
een afdeeling jonge Javaansche soldaten, die hun moedigen en be-
leidvollen aanvoerder alleen lieten, in het landschap Amandit was
de oorlogskans hem nog gunstiger, toen met minder beleid onbe
proefde soldaten tegen hem in het veld gebracht werden.
Den 4den September 1860 rukt de luitenant De Brauw met een
detachement van 32 bajonetten, 1 mortier en 21 kettinggangers uit
om de daags te voren genomen redoute op den Goenong Madang te
slechten's nachts echter is deze weder door den vijand bezet, zoo
dat De Brauw daaruit vuur ontving; hij stelde zijne manschappen
op 150 pas en tirailleur op, liet den mortier drie granaten werpen,
die niet sprongen, en commandeerde toen den storm. Doch even
als Reuter bij Tambarangan, werd De Brauw slechts door de Euro
peanen gevolgd en mislukte de bestorming. Hoewel door een kogel
in de dij gewond, wordt de aanval andermaal door hem bevolen, maar
toen daarbij de meeste Europeanen gekwetst werden, moest de onder
neming worden opgegeven.
Bij gelegenheid van een tocht naar Dindin Papan tegen pangerang
Adipati werd den 29sten April 1863 een versterkt huis, waarin de
vijand zich had teruggetrokken en hardnekkig verdedigde, bestormd
op het stormsignaal verscholen de Inlandsche soldaten, jonge, on-