553 - bestaande uit 6 gewapenden, op grooten afstand vooruit. Geheel onverwachts werd het door den vijand met het blanke wapen aan gevallen het voorste gedeelte kon ten koste van twee gewonden Kota Alam bereiken, maar het achterste gedeelte raakte geheel in verwarring en leed dadelijk een verlies van 11 dooden en gewonden, waaronder de commandant; onder die omstandigheden gelukte het aan eenige Inlandsche fuseliers zich te verzamelen, een gedekte stelling in te nemen, aldaar stand te houden en den vijand in bedwang te houden tot de luitenant Willink Ketjen met hulp kwam opdagen. Den 14dCn Juli 1876 werd een detachement sterk 22 gewapenden op marsch tusschen Parjgo en Kota Alam plotseling door den vijand aangevallen en uit elkander geslagen en verloor daarbij het beschik bare kader, 7 Europeesche en 8 Inlandsche fuseliers; aan de overige gewapenden, 1 Europeaan en 4 Inlanders, van wie er nog twee gewond waren, gelukte het zich bij elkander aan te sluiten en achter een pagar opgesteld den vijand te beschieten en te verdrijven; spoedig daarna kwam hulp opdagen. Yan Boekit Daroe marcheerde den 28sten Augustus 1876 een de tachement van 3 Europeesche, 2 Afrikaansche en 15 jeugdige Inlandsche fuseliers onder den Europeeschen korporaal De Jong naar Ketapan Doewa. De spits bestond uit 2 Europeanen, één Afrikaan en één Inlander: 15 a 20 passen daarachter volgde de rest van het de tachement, met den commandant aan het hoofd. Na een marsch van een half uur werd in het bedekte terrein van kampong Loe het detachement plotseling in de rechterflank aangevallende spits werd geheel uiteengeslagen en twee man daarvan bleven dood of gewond op de plaats liggen, terwijl van het overige gedeelte nog een Europeaan, een Afrikaan en 5 Inlanders sneuvelden of gewond werdende com mandant redde zich door de vlucht, alle overigen hadden zich in de drassige sawah geworpen, waar zij zich zeer moeielijk konden be wegen en verdedigen. Tot het achterste gedeelte van het detache ment behoorde de Inlandsche fuselier Wirokromo, die, het ge vaar ziende, waarin het geheele detachement door de ontstane ver warring verkeerde en de kans beseffende die ieder liep, te worden gewond of gedood, de tegenwoordigheid van geest had, op zijn plaats te blijven staan en 8 of 9 zijner jeugdige kameraden om zich to

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 559