DE BERHARTILLERIE IN TONKIN.
Een opstel in een der militaire tijdschriften, dat voor ons leger
tal van zaken van belang behandelt, is dat, onder bovenstaariden titel
kort geleden van de hand van den kapitein Jourdij verschenen.
V\ ij willen dat opstel onder de aandacht brengen van hen, die geen
gelegenheid hebben om het in originali te lezen. Het blijft in zijn
geheel interessantdoch, ook ontdaan van ietwat patriottische ont
boezemingen, die den schijn geven als ware de Fransche schrijver
hier en daar wat zelfgenoegzaam en optimistisch gestemd, zal het
voor den lezer tal van degelijke, zakelijke gegevens opleveren.
Wij omitteeren dus de herhaalde verzekering dat de „artillerie
coloniale (behoudens enkele kleinigheden) est sans rivale" wij omit
teeren verder die opgaven, welke met ons materieel en onze toe
standen geen verband houden en bepalen ons tot de volgende bloem
lezing uit Jourdij's verslag.
Indien bij het ontwerpen van het 8 cW materieel niet mocht ge
dacht zijn aan terreinmoeielijkheden, zooals die zich in Tonkin
hebben voorgedaan, zeker is het, dat dit materieel met roem zijne
proef heeft doorstaan.
Zoo de veldtocht zwaar was voor alle wapens, in het bijzonder
was zij het voor de bergartillerie, die de grootste vermoeienissen
heeft doorstaan; haar toewijding, waarvoor de welverdiende lof trou
wens niet is uitgebleven, deed steeds het doel bereiken, hoe oneven
redig zwaar haar taak ook was. Onafgebroken bewees zij het leger
hare diensten; geen affaire van eenig belang waar zij ontbrak, en
steeds was het behaalde succes evenredig met haar deel in den strijd
en haar oordeelkundig gebruik. Snel in hare marschen (in een
land zoo bedekt, geaccidenteerd en doorsneden als Tonkin) voort
varend en vlug in het nemen harer stellingen, vlug en juist in haar