565 vuur, was het gewoonlijk de bergartillerie, die door in batterij te komen de overwinning bracht aan de zijde der Franschen. Aldus wist de artillerie den vijand alle succes te ontnemen, zoolang die vijand ongedekt bleef. Maar zeer spoedig leerden de Zwartvlaggen (krijgslieden van beroep) het onbetwistbaar nut kennen van dekkin genweldra namen zij de uitdagende vlaggen van hunne verster kingen weg en bleef voor de Fransche artillerie niets zichtbaar dan de rook, die achter de snel versterkte kruinen der hoogten opsteeg. Toen keerde de kans. Goed gedekt achter hunne verschansingen, verborgen achter heg gen met sterke hindernissen, bleven de Zwartvlaggen ongeschokt het geschikte tijdstip voor den tegenaanval afwachten, dien zij met alle énergie, na een kort vuur op den meest werkdadigen afstand, volbrachten. Zelfs een langdurig granaatvuur schaadde niet aan de waarde der dekkende hindernisde heggen en buigzame bamboe-palissaden lie ten zonder nadeel de granaten door. Dat de granaat van 8 cM. machteloos bleek tegen de muren der Chineesche forten, behoeft geen betoog; maar ook tegen de eenvou digste blindeeringen en aarden werken was zij Diet opgewassen. Haar baan was te gestrekt, hare springlading te klein en te weinig brisant, hare eindsnelheid te gering. Geen wonder, dat de artillerie in den vervolge hare kracht zocht in de granaatkartets (1). Door de grens te bepalen met hetstelrad, vaak slechts door ééne geheele omdraaiing van dat rad, en door de tempeering te geven welke met den kleinsten afstand overeenkwam, bereikte men een plotseling en groot moreel effect; dank zij de plongeerende baan van dit projectiel waren de verdedigers achter de muren hunner forten thans niet langer veiligin elke genomen stelling oogstten de Franschen een rijken buit van vaandels en wapens. Zelden kon met kartetsen gevuurd wordenslechts éénmaal (bij Ivilna) moesten de muildiergeleiders naar de buks grijpen om met een 260-tal schoten den storm tegen dit fort af te wijzen. (1) De Fransche artillerie heeft onder den naam van „obus a balles" een gr anaat- kartets met groote centrale springlading, een tophoek van den kegel der kogels van minstens 40° en een gewenscht interval van 45 M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 571