583 Door eene stoute omtrekkende beweging van het 7C bataljon viel de linie in onze handen. Ware dit niet geschied, dan zou de verovering ons veel tijd en ook vele offers hebben gekost. De sterkste van al deze redouten was wel No. 3, ook wel benteng van Goestie Djilantiek genaamd. De wallen bestonden uit klapper- boomen, waartusschen klei was gewerkt. 10,000 man hadden er gedurende een half jaar aan gewerkt. Zij was aan den achterkant door drie zware houten deuren van djatiehout gesloten. Zij lag geheel op zich zelve, was sterk bezet en kon beschermd worden door kruisvuur van de andere bentengs. Versterkingen rondom den kraton van Atjeh. De kraton was aan alle kanten door versterkingen omgeven. Zuid oostwaarts van de Missigit strekte zich eene reeks van versterkingen uit, welker uiteinde door de aaneengeschakelde linie Kota Rentang gevormd werd. Laatstgenoemde bestond uit zeven veldwerken, door loopgraven verbonden, en strekte zich over eene lengte van 250 M. in het verlengde van de noorderface van den kraton uit, ongeveer 700 M. er van verwijderd. Het terrein vóór deze linie was met bamboedoerie paggers bedekt en men kon niet met nauw keurigheid zien, waar de linie ophield. Meer zuidwaarts, westwaarts van den kraton, was het terrein door aangebrachte hindernissen onbegaanbaar, welker opruiming bemoeie- lijkt kon worden uit versterkingen, bij twee begraafplaatsen, 400 M. ten westen van den kraton opgeworpen. Zuidwestwaarts dienden de Taman en de linie van Kota Goe- noengan tot bescherming. De Taman lag ten zuiden van Kota Goenoengan en was een steenen gebouw, hoog ruim 9 M. en bestaande uit drie verdiepin gen. Ten westen van den Taman lagen versterkingen en 200 passen hiervoor verscheiden kleine vierkante grasvlakten, door zware bam boedoerie paggars afgesloten. Kota Goenoengan was eene versterking, 20 M. lang en breed en omringd door een steenen muur hoog 3 M. en dik 1 M. Ten westen lag eene verschansing en noordwaarts langs de Kroeng Daroe eene borstwering. De noordoost- en oostzijde van den kraton werden beschermd door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 589