588
tenia te nemen en verder eene krachtige en onverpoosde vervolging
in te stellen naar de voortvluchtige aanvoerders. Deze werden, met
uitzondering van twee, die aan alle nasporingen wisten te ontsnappen,
achtereenvolgens ontdekt en meerendeels, daar zij zich niet goedschiks
wilden overgeven, neergeschoten. Dit geschiedde ook met de twee
hoofdleiders, de kiai's Hadji Ismail en Hadji Wasid, die, na eene
hardnekkige vervolging, den lsten Augustus in de afdeeling Tjirin-
gin nabij de dessa Soemoer aan de Peperbaai, vergezeld van onge
veer twintig getrouwen, door eene militaire patrouille ouder kapitein
A. A. Yeenhuizen, waarbij zich de assistent-resident van Tjiringin
bevond, werden achterhaald. In het daarop gevolgd gevecht, waarbij
genoemde kapitein en drie minderen licht gewond raakten, werden
beide kiai's en elf man hunner bende gedood 1)de overigen werden
eenige dagen later, achtereenvolgens gevangen genomen.
Toen nu de geregelde werking vam het bestuur weder verzekerd
was en nagenoeg al de hoofdleiders der oproerige bewe
ging gedood of op andere wijze onschadelijk gemaakt waren, kon
tot terugroeping vau het grootste gedeelte der naar Bantam gezon
den troepenmacht besloten worden. Daar het wenschelijk werd ge
acht het 9de bataljon in zijn geheel naar Batavia te doen terugkee-
ren, werd besloten als tijdelijke versterking der iu Bantam organiek
behoorende troepen (de garnizoenscompagnie van Serang) naar dat
gewest te detacheeren eene aan de korpsen in de Iste militaire af
deeling van Java te outleeneu troepenmacht vau 4 officieren en 150
minderen. Van de in Bantam aanwezige cavalerie behoefde voor-
loopig slechts 1 peloton achter te blijven, samengesteld uit 1 offi
cier en 36 minderen. In de eerste dagen van Augustus kreeg die
troepenverwisseling haar beslag. Van de infanterie werd het gros
te Tjilegon gestationneerd en verder een detachement geplaatst te
Bodjonegoro en te Belagendoeng (respectievelijk op 5 en 9 paal
afstand van Tjilegon), terwijl ook nog echter slechts tot in de
tweede helft van September eenige militairen gedetacheerd bleven
te Anjer tot bescherming van het kustlicht-etablissement.
1) Bij de vorige arrestaties waren 't geheel 8 opstandelingen die zich niet goed
schiks wilden overgeven, neergesehoten. Aan onze zijde waren bij die gevallen van
verzet gewond geworden één inlandseh hoofd en twee man der cavalerie,