591 verlies daaruit verdreven, terwijl onzerzijds bij die gelegenheid geen verlies geleden werd. (1) c. Celebes en onderhoorigheden. In de afdeeling Noorderdistricten had, bij gelegenheid van eene poging tot arrestatie van zekeren Daeng Sitaba, eeu berucht roover- hoofdman van aanzienlijke familie, zwager van den regent van Tan- ralili, eene ernstige botsing plaats tusschen de in grooten ge tale opgerukte politiemacht van de regenten van Maros en Toerikalé (waarbij zich ook de assistent-resident met eenige ge wapende oppassers had aangesloten) en de op 8 a 9 paal van Maros, te Leijang Leijang in het regentschap Toerikale, tusschen de rotsen genestelde volgelingen van Daeng Sitaba. Nadat men elkander ge durende bijna drie uren had bestookt, waarbij het regentsvolk niet minder dan 12 dooden bekwam, maar ook aan de bende van Daeng Sitaba verliezen werden toegebracht (o. a. sneuvelden twee zoons en een broeder van dezen), zagen de onzen zich genoopt terug te trek ken. Daar de bende niet met rust mocht worden gelaten, werd militaire hulp van Makasser ontboden. Reeds in den laten avond van den volgenden dag (29 Juni 1888) rukte eene compagnie infan terie met 2 mortieren naar Maros op, welke plaats in den voormiddag van den 30sten werd bereikt. Aan de militairen werd hier eenige uren rust gegund, waarna zij doorgingen naar Leijang Leijang, welke plaats zonder tegenstand werd binnengerukt. Op de nadering der troepen had echter Daeng Sitaba, met achterlating van ettelijke ge roofde karbouwen en van eene groote hoeveelheid rijst, zijne stelling ver laten, en ofschoon ijverig door de onzen werd gepatrouilleerd, mocht het niet gelukken den aanvoerder of zijne bende op het spoor te komen, ook niet toen zijne vermoedelijke wijkplaats door bevolkings patrouilles werd ingesloten. Nadat de overtuiging was verkregen dat de bende was verstrooid, en de verschillende regenten (ook die van Tanralili) op zich genomen hadden Daeng Sitaba, bij ontdekking' te verdrijven of op te vatten, keerde de colonne den 6den Juli naar (1) Yoor de krijgsverrichtingen te Edi in 1889, mede in liet koloniaal verslag ver slag vermeld, verwijzen wij naar do uitvoerige beschrijving voorkomende in de Nos. 5 8 en 12 van den loopenden jaargang van dit tijdschrift.Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 597