592 - Makasser terug. Er werd verder van gewelddadigheden van Daeng Sitaba niet gehoord. Algemeen beheer van het leger. Bij 's Konings besluit dd. 14 Mei 1889 n°. 17 werd aan den commandant van het leger in Nederlandsch-Indië, tevens chef van het departement van oorlog aldaar, den luitenant-generaal A. Haga, op zijn verzoek, een eervol ontslag uit 's lands dienst verleend, ter wijl bij Koninklijk besluit dd. 14 Mei 1889 n°. 18 tot luitenant- generaal bevorderd en tot legercommandant benoemd werd de generaal- majoor bij gemeld leger T. J. A. Van Zijll de Jong. Eene gewijzigde inrichting van het departement van oorlog is bevolen-bij Koninklijk besluit dd. 15 Mei 1889 n°. 16, hoofdzakelijk met het doel om aan het wapen der infanterie alsnog een eigen chef te geven. Te dien einde is de vroegere Ilde afdeeling van gemeld departement, bestemd voor de behartiging van algemeene legerbelangen en voor de behandeling van de zaken zoowel der infanterie als der cavalerie, en geplaatst onder een generaal-majoor die niet uit de infanterie behoefde te zijn voortgekomen, gesplitst in eene nieuwe Iste afdeeling, onder een luitenant-kolonel of majoor van een der vier wapens, bij welke afdeeling voortaan de algemeene legerbelangen („personeel en militaire zaken") benevens de zaken der cavalerie tehuis behooren, en in eene gereorganiseerde Ilde afdeeling, voortaan uitsluitend uitmakende het „hoof'd-bureau der infanterie", met een uit de infanterie voortgekomen generaal-majoor aan het hoofd, welke op- perofficier tevens is chef van het wapen. Levende strijdkrachten. Wijzigingen in de normale formatie hadden in 1888 niet plaats. De tijdelijke vermeerdering der formatie met 2750 Inlanders, waar onder hoogstens 700 Amboinezen, bleef ook in dat jaar van kracht. Eene vergelijking tusschen de formatie en sterkte op uit0 1887 en die op ull° 1888 wordt gegeven in achterstaanden staat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 598