594 -
Bij de infanterie was hèt overcompleet aan Europeanen, dat
op 31 December 18S7 bedroeg 669 man, bij het einde van
1888 geklommen tot 1169, terwijl het tekort aan Amboineezen
en aan andere inlanders, op uit. 1887 bij genoemd wapen respec
tievelijk 386 en 91, op 31 December jl. voor de eersten was inge
krompen tot 287 en voor de niet-Amboineesche inlanders veranderd was
in een overcompleet van 372 man in totaal telde derhalve de infanterie
op uit. 1887 192 en op uit. 1888 zelfs 1254 man meer dan de
formatie vereischte, ondanks deze zooals hooger reeds is gezegd, als
tijdelijke maatregel, met 2750 inlanders (Amboineezen en anderen)
opgevoerd was.
Niet alleen het sterktecijfer, ook de beschikbare sterkte na aftrek
van zieken, ongeschikten voor den velddienst en recruten was bij de
infanterie toegenomen. Bij dat wapen toch waren beschikbaar
op 31 Dec. 1887 19212 man,
1888 19953
Vooral bij de veklbataljons was de toestand bevredigend, immers
het totaal der daarbij ingedeelden was in 1888 van 9410 man (aan
wijzende een tekort van 866 man) geklommen tot 10345 man
(aanwijzende een overcompleet van 69 man), en het aantal marsch-
vaardigen onder hen ging vooruit van 7671 tot 8759 man, alzoo met
1088 man (333 Europeanen en met hen gelijkgestelden, 137 Am
boineezen en 618 andere inlanders). (1)
Plaatselijke indeeling,
In 1888 kwamen geene andere belangrijke troepenverplaat
singen voor dan die welke het gevolg waren van het gereed
komen van een nieuw troepenkampement te Magelang. Dit
nieuw logies werd namelijk betrokken door het 2de veldbataljon,
tot dusver tijdelijk gelegerd te Banjoebiroe, terwijl naar deze laatste
standplaats overging het linkerhalf lste veldbataljon, sedert zijne
terugkomst uit de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo (in 1886)
voorloopig gestationneerd geweest te Willem I. Beide troepenge
deelten zijn hierdoor op hunne normale standplaatsen gekomen.
(1). En ondanks al dat: bevredigende bezit men op Java nog altijd slechts drie
marschvaardige bataljons. Red.