595 Over de troepenverplaatsingen in Bantam zie blz. 588 hiervóór. Omtrent de in Toba en Silindong (Sumatra's Westkust), na afloop van de aldaar in de tweede helft van 1887 plaats gehad hebbende militaire excursie, voorloopig achtergebleven troepenversterking valt aan te teekenen, dat in October 1888 het garnizoen te Lagoe Boti (Toba) tot zijne normale sterkte werd teruggebracht, doch dat de tijdelijke opvoering van het garnizoen te Taroetoeng (Silindong) nog voor een gedeelte is gehandhaafd gebleven. Yier plaatsen werden in 1888 van militaire bezetting ontbloot, namelijk: Onrust, omdat, na de opheffing van het marine-etablisse ment, op dat eiland geen garnizoen meer noodig was; Laboean Deli (Sumatra's Oostkust), welks garnizoen bij dat van de gewestelijke hoofdplaats Medan werd samengetrokkenen eindelijk Soeroelangoen (Palembang) en Mandhor (Westerafdeeling van Borneo), omdat de redenen, die in 1885 tot de oprichting van deze tijdelijke militaire posten hadden doen besluiten, hadden opgehouden te bestaan. De verbeterde politieke toestand van Dj'ambi was oorzaak dat in de tweede helft van 1888 de militaire bezetting aldaar tot hare nor male sterkte kon worden teruggebracht. Aanvulling van liet Icorps officieren. Het officierskorps onderging in 1888 een verlies van 183 tegen eene aanwinst van 188 officieren. Het incompleet bedroeg nog bij de infanterie9. cavalerie5. genie3. officieren van gezondheid9. apothekers8. paardenartsen1. militaire administratie15. Daarentegen waren bij de artillerie 6 officieren overcompleet. In het incompleet van militaire apothekers werd ruimschoots voorzien door de aanwezige apothekersbedienden. De kansen op toekomstige geheele aanvulling van het korps offi cieren van gezondheid zijn van dien aard dat de subsidie, aan hunne opleiding verbonden, onlangs van f 7000 tot f 5600 is verminderd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 601