597 voor de Amboineezen en andere inlanders klom die verhouding in 1888 zelfs tot 94.5 pet. Bij de infanterie bestond, in tegenstelling van 1887, een vrij groot overcompleet aan Europeeseh en Amboineesch kader; het Inlandsch kader was daarentegen incompleet. Het overcompleet kwam zeer te stade voor de belangrijke tijdelijke legeruitbreiding van 2950 man, hiervoren reeds genoemd. Bij de artillerie en genie bestond incompleet aan kader. Militair Onderwijs. De Militaire school te Meester Cornelis leverde in 18S8 8 tweede luitenants der infanterie en 3 tweede luitenants-kwartiermeesters af. Het aantal élèves bedroeg voor de infanterie in het eerste studie jaar 19, in het tweede studiejaar 14, voor de militaire administratie in het 1° studiejaar 4. Bij den voorbereidenden cursus werden bij den aanvang van het leerjaar 1888/89 de lessen gevolgd door 16 adspirant-officieren en 29 andere militairen, Het bezoek der kaderscholen nam niet onbelangrijk af. Het aan tal leerlingen bedroeg bij de 1 Jan. 1888 31 Dec. 1888. Infanterie278 260. Cavalerie19 2. Artillerie67 36. Genie61 57. Het bezoek der korpsscholen was ongeveer gelijk aan dat in het vorige jaar. Bewapening Yan de op uit. 1887 ter beschikking van het departement van oorlog zijnde 49376 stuks achterlaadgeweren klein kali ber werden er in 1888 70 afgeschreven (65 wegens afkeuring en 5 als vermist) en 55 aan andere departementen verstrekt (ten dienste van de korpsen gewapende politiedienaren, van beambten bij de recherche, enz.) Er bleven dus nog 49251 stuks in verantwoor ding, namelijk 33392 in gebruik bij de korpsen (ook bij de schut-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 603