- 600 die nieuwe inrichting voor lijders aan besmettellijke ziekten moet worden gebouwd; terwijl ook de overige ovens eerlang in de daar voor aangewezen garnizoenen zouden worden opgesteld. Ten einde over de uitkomsten der voorgeschreven algemeene desinfectie een oordeel te kunnen Yellen, werd den eerstaanwezenden officier van gezondheid in de garnizoenen waar de ontsmetting zou geschieden, opgedragen omtrent den loop en de intensiteit der berri-berri geduren de drie maanden vóór en drie maanden na het tijdstip der desinfectie rapport uit te brengen. Uit de ingekomen verslagen bleek dat op enkele plaatsen de ziekte verminderde, op andere stationnair bleef en in enkele gevallen toenam, en de tot ult° 1888 verkregen uitkomsten gaven, naar het oordeel van den chef van den geneeskundigen dienst, over 't algemeen niet het recht tot eene positief gunstige uitwerking der ontsmettingsmaatregelen te besluiten. Nu de stand der berri- berri-ziekte in Atjeh sedert de tweede helft van Januari 1889 van lieverlede gunstiger is geworden (1), heeft de Gouverneur-Generaal het intusschen voorshands niet wenschelijk geacht om van de des infectie-maatregelen, die door den chef over den geneeskundigen dienst als nutteloos worden beschouwd, af te zien. De meening van den hoogleeraar dr. Pekelharing, dat berri-berri tot de de infectieziekten behoort is door de na zijn vertrek uit Indië voortgezette onderzoekingen geenszins bevestigd en bovendien zijn, volgens genoemden chef, tal van feiten daarmede in strijd. Daar entegen hadden vele latere waarnemingven bij dezen het vroeger door hem uitgesproken gevoelen omtrent de oorzaken der ziekte versterkt. Als een reeds in vorige eeuwen bij de inlandsche bevolking met goed gevolg tegen de berri-berri toegepast middel waren van parti culiere zijde aanbevolen inwrijvingen met ruwe aardolie, Eene in December 1888 met groote zorgvuldigheid in Atjeh genomen proef met dit middel op een 8-tal berri-berri-lijders heeft geleerd dat daarvan volstrekt geen heil te verwachten is. Eene andere proef neming, waartoe reeds in 1885 in het militair hospitaal te Welte- (1). Nadat zich onder de troepen in Atjeh en onderhoorigheden in de maanden October, November en December 1888 achtereenvolgens bij 401,30 en 249 man berri- berri had geopenbaard beliep het aantal in Januari 1889 278, doch inFebruari, Maart en April slechts 103, 59 en 48. Later zijn die cijfers weer gestegen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 606