603 gerichte remontedepót. in de Preanger Regentschappen, nabij de kampong Poerabaija in het district Djampang Tengah der afdeeling Soekaboemi. Postduiven. De proeven, in 1887/1888 genomen met van hier uitgezonden post duiven en met de in Indië van hen verkregen afstammelingen, heb ben voldoend gunstige uitkomsten opgeleverd om te doen besluiten tot het inrichten van een militairen postduivendienst in Atjeh, en wel tusschen de hoofdplaats Kota Radja en hot eiland Poeloe Bras (afstand 38 KM.), en tusschen Kota Radja en Singkel (afstand 450 KM.) met Malaboeh als tusschenstation. Waarschijnlijk zal die dienst in 1890 kunnen aanvangen. Daar Singkel telegraphisch met Batavia verbonden is en de afstand van 350 KM. door eene postduif in 9 a 10 uren kan worden afgelegd, zal een bericht van Atjeh op den dag van afzending Batavia kunnen bereiken. Het traject Kota Radja Poeloe Bras stelt men zich voor te doen bedienen door de reeds verkregen afstammelingen van de in Maart 1888 van hier verzonden duiven, terwijl voor het andere traject zullen wor den afgericht de afstammelingen van 50 koppels duiven, in Fe bruari jl. van hier rechtstreeks naar Padang verzonden. Deze duiven zijn geleverd door dezelfde vereeniging (de Ooievaar te 's-Glravenhage) van wie de twee vorige bezendingen afkomstig wareD, en wier welwillende hulp alleszins waardeering verdient. (1) Zoowel te Kotta Radja als op Poeloe Bras, te Malaboeh en te Singkel zijn groote houten duiventillen gemaakt, elke ingericht voor p. m. 80 duiven. Yoor den dienst bij elk dezer vier stations zijn noodig één Europeesch sergeant of korporaal van het korps genietroepen en één Europeesch geniesoldaat, De geheele dienst zal staan onder toezicht en leiding van een officier der genie te Kotta Radja. Dl. II, 1889. 39 (1) Nog 15 koppels, belangeloos aangeboden door de postduivenverecniging St. Pieter te Valkenburg (Limburg) zijn in April jl. naar Batavia verzonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 609