604 - Belooningen en straffen. Het aantal militairen die in den loop van liet jaar 1888 tenge volge van een vonnis uit het leger verwijderd of met een briefje van ontslag weggezonden werden, die gedetineerd waren of als gestraften bij de strafdetachementen geplaatst en als vermist of gedeserteerd uit de sterkte werden gevoerd, was weder niet onbelangrijk minder dan in het vorige jaar. Vooral met het het oog op de grootere le- gersterkte in 1888 mag dit resultaat zeer bevredigend genoemd worden. Alleen het aantal arrestanten in de provoosthuizen was grooter dan in het vorige jaar, meerendeels waren dit militairen in preventief arrest. Desertie onder de Europeesche militairen kwam weinig voor. In 't geheel werden in 1886, 1887 en 1888, hetzij als vermist, hetzij als gedeserteerd uit de sterkte afgevoerd 24, 19 en 19 Europeanen (daaronder resp. 5, 1 en 3 behoorende tot de bezetting van Atjeh), terwijl in genoemde jaren van de afgevoerden weder in de sterkte werden opgenomen 6, 6 en 11 Europ. militairen. Inlanders deser teerden te Atjeh in 1888 niet. Maatregelen in liet belang van het zedelijk en stoffelijk welzijn van den soldaat. Ingevolge eene beslissing van de Indische Regeering van Mei jl wordt het noodige voorbereid voor de uitvoering, bij wijze van proef," van het reeds vroeger in behandeling geweest zijnde denkbeeld om aan minvermogende Europeanen en met dezen gelijkgestelden (ge wezen militairen en anderen) de gelegenheid te openen om op kleine schaal landbezitters te worden en hen zoodoende in staat te stellen om door het drijven van land- of tuinbouw zoo mogelijk in hun onderhoud te voorzien. Men stelt zich voor de in bruikleen uit te geven perceelen, welke liefst een aaneengesloten op zich zelf staand geheel zullen moeten vormen, van bestuurswege te doen uitzoeken in een koel klimaat (waar tevens groote garnizoenen zijn), bijv. in de omgeving of niet al te ver van Magelang en Malang. De direc teur van binnenlandsch bestuur is thans aangeschreven om voor de in die richting te doene stappen in overleg te treden met de resi denten van Kadoe en Pasoeroean.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 610