612
dat de dacoits bijna overal zijn uitgeroeid en dat de nieuwe Birmah-
provinciën eene voorspoedige ontwikkeling voorspellen.
De gezondheidstoestand van het Britsch-lndische leger in 1887.
Uit het pas verschenen jaarverslag van den geneeskundigen dienst
in Britsch-Indië blijkt, dat de gezondheidstoestand van het leger
aanzienlijk verbeterd is.
Wat het Europeesche gedeelte van liet leger betreft, vermeldt het
verslag dat van 1870-1879 het jaarlijksch verlies aan dooden 19.34
per duizend bedroeg terwijl voor den dienst ongeschikt werden 43 per
duizend. In 1887 bedroegen deze cijfers respectievelijk slechts 14,2
en 23 per duizend. Deze lagere cijfers wijzen duidelijk op de krachtige
maatregelen, welke in de laatste jaren genomen zijn om den gezond
heidstoestand van den soldaat te verbeteren.
In het piesidentschap Bombay was de verhouding van in het
hospitaal verpleegden 241 per 1000 minder dan in het 10 jarig
tijdvak 1870 18i9. Ook in de andere afdeelingen was dit cijfer
algemeen lager.
Met betrekking tot de ziekten, waaraan vooral de Europeaan in de
tropen is blootgesteld, zijn de cijfers zeer bevredigend. In de drie
presidentschappen nam het sterftecijfer, veroorzaakt door koortsen, af
In Bombay en Bengalen was malaria de voornaamste oorzaak van
de sterfgevallen, en de procentsgewijze verhouding over 1887 was
grooter dan in het voorgaande jaar. In Bombay alleen stak het
cijfer 3,4 per honderd ongunstig af bij de verhouding 2,54 in 1885
en 1,75 van 1870—1879.
Het jaar 1885 deed zich kennen door eene ernstige cholera-epidemie
2,5 per 1000 Europeesche soldaten stierven aan deze ziekte tegen
1,53 per 1000 in de 10 voorafgaande jaren. In Bengalen steeg het
aantal der in de hospitalen verpleegden wegens cholera van 5,3 tot 21.6,
in Madras van 3,9 tot 11.9 en in Bombay van 3,1 tot 12.3 per 1000.
De aan het rapport toegevoegde tabellen bewijzen op nieuw de
mindere vatbaarheid voor malaria, naarmate de tijd van verblijf in
de streek toeneemt.