615 De recruten worden te Boma afgericht vóór zij naar de stations in het binnenland vertrekken. In October 1888 telde het garnizoen van dit station 527 manschappen, terwijl nieuwe contingenten dagelijks verwacht werden. De recruten ontvangen eene uniform, bestaande uit eene blouse, een pantalon, een sjerp, een fez en een paar sandalen. De uitrusting bestaat uit een linnen tent, een deken, een broodzak, een patroontasch en eene veldflesch, de bewapening uit een Snider-geweer met sabelbajonet. De bezetting van Boma bestaat uit een bataljon van drie compag nieën de manschappen eener compagnie zijn van denzelfden land aard en onderscheiden zich van elkander door de kleur van de uniform. De Bangalas dragen gele blouses en pantalons met blauwe sjerp, de Zanzibariten en de Haoussa's dragen roode kielen met pantalons van dezelfde kleur, doch de eersten met een blauwe, de laatsten met een roode sjerp. De staf en het kader van dit bataljon bestonden in October 1888 uit 21 Europeanen nl. 6 officieren, 7 onderofficieren, 2 geweermakers, 5 meester-werklieden en 1 korporaal-hoornblazer. Bovendien bezat het bataljon drie uitstekende Haoussa sergeanten-instructeurs, .15 Haoussa en 10 Bangala korporaals. Een detachement is aangewezen voor de bediening van het ge schut. Te Boma bestaat dit uit 6 vuurmonden nl, 3 Krupkanonnen en 3 kleinere bronzen kanonnen. De Zansibariten zijn de slechtste soldaten, het grootste gedeelte was vroeger slavenjager of roover; zij onderwerpen zich slechts met groote moeite aan de krijgstucht en nog minder gemakkelijk aan de geregelde exercitiën. De Haoussa-negers zijn bezield met den besten wil, doch zij zijn zeer onhandig en leeren de exercitie zeer moeilijk. De Bangalas vormen uit een militair oogpunt de beste elementen van het leger; zij gewennen spoedig aan orde en disci pline, zijn intelligent en bekwaam en worden goede schutters. In het algemeen is de neger een goed mensch, doch hij moet steeds onder toezicht staan. In den oorlog gedraagt hij zich goed, wanneer hij door een blanke wordt aangevoerd. Is echter het eerste schot gevallen, dan krijgt zijn voorkomen iets demonisch en ver- geefsche moeite is het hem in rij en gelid te willen houden. Hij vecht op z'n eigen houtje en stormt onder een helsch leven voorwaarts,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 621