BOEÖEOORAEELING. Nationaal-militaire vertoogen door L. J. M. Glasius, gepenail. majoor. Amsterdam, Uitgevers-maatschappij „Elsevier" 1889. Onder bovenstaanden titel geeft de heer Gla3ius ons in twee lijvige deelen een herdruk van een gedeelte der sedert 1870 door hem in tijdschrif ten en dagbladen gepubliceerde artikelen over militaire onderwerpen. Die vertoogen zijn, blijkens de Inleiding, bijdragen tot de kennis der treurige geschiedenis van het Nederlandsche krijgswezen van af dien datum tot op den huidigen dag en kunnen te zamen een begrip geven van den bestaanden ontredderden toestand van dat krijgswezen. Zoo wij ons niet vergissen hebben verschillende dier vertoogen, vooral van de vroeger in „De Gids" opgenomene, in hun tijd in ruime mate belangstelling en waardeering gevonden. De schrijver is hiermede echter niet tevreden. Vaderlandsliefde", zegt hij, is de drijfveer geweest, die hem heeft doen beproeven door een herdruk opnieuw belangstelling voor zijne denkbeelden te wekken. Edel als deze drijfveer is, zouden wij het toch niet aanbevelenswaardig achten, indien alle vaderlandslievende mannen, die gedurende een tal van jaren als schrijvers of sprekers over landsbelangen zijn opgetreden, ater hunne uitingen voor zoover die nog op bestaande toestanden van ^toepassing zijn, opnieuw in bundels gingen samenbrengen. Dit moge voor de kennis van de zienswijze en den ontwikkelingsgang van een enkel eminent staats- of krijgsman gewenscht zijn, de overigen, die op het staatstooneel zich tot de rol van aandachtig toeschouwer hebben moeten bepalen en nimmer in de gelegenheid gesteld zijn te bewijzen dat zij, instede van het vaak zoo scherp afgekeurde, in werkelijkheid iets beters zouden hebben gesteld, vinden hunne denkbeelden voldoende gewaardeerd door de belangstelling, die zij in hun tijd in periodieke geschriften hebben opgewekt. Nu de schrijver eene andere meening is toegedaan geweest, wen- schen wij, afgescheiden van het vorenstaande, omtrent de vertoogen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 625