59 behoort niet tot hunne bijzondere eigenschappenwel blaffen zij, evenals alle honden, alles aan, wat hen in hun rust stoort en hen doet schrikkendoch het bewaken van huis en erf kan hun niet toe vertrouwd worden. Taijkong honden. De proef met de Taijkonghonden gaf aanvankelijk beter resultaten. De honden, waarmede de proef genomen is, waren 1. Darat, een langharige reu met gevlekte tong; hij werd op een leeftijd van 2 maanden den 26stcn Maart in beproeving genomen. 2. Poetiheen langharige reu, met gevlekte tong, werd 8 maanden oud den 10en April in beproeving genomen. 3. Louiseeen langharige teef, met gevlekte tong, werd 2 maanden oud den 13™ Apiil in beproeving genomen. 4. Fannieeen langharige reu, met zwarte tong, werd 7 maanden oud den 16™ April in beproeving genomen. 5. Chef.een kortharige reu, met gewone tong, werd limaand oud den 16™ April in beproeving genomen. 6. Hectorals 5, heeft echter een zwarte tong. 7. Castorals 6. 8. Lelixals 5. (5, 6, 7 en 8 zijn uit hetzelfde nest). 9. Bello, kortharige reu, met gevlekte tong; werd 8 maanden oud den 8st™ Juni in beproeving genomen. 10. Moppiekortharige reu met gevlekte tong; werd 2 maanden oud den 2™ December in beproeving genomen. Deze honden werden, ieder afzonderlijk, in een houten hok, onder de kazernes gehuisvest. Zij werden gevoed met het overschietende eten der manschappen, terwijl den africhter twee gulden 's maands werd betaald voor de geregelde verpleging. De africhting begon met de honden aan den africhter te wennen, die hen daartoe zelf voedde en met hen ging wandelen. Aan de soldaten, d. i. aan de uniform, wenden zij heel spoedig van zelf. Bij de wandelingen, die zich in den beginne tot de hoofdwegen bepaalden, moesten de honden los volgenzij die neiging toonden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 65