60 om achter te blijven, af te dwalen of huiswaarts te keeren, werden zoolang aan een ketting meegenomen, tot zij die neiging hadden overwonnen. Toen alle honden den africhter goed volgden, werd hun geleerd vóór of achter te blijven, al naar gelang de africhter hun dit beval; dit ook geleerd hebbende, werd de proef voortgezet in meer bedekt ter rein, later in zwaar begroeid, met sloten en greppels doorsneden terrein. Bij alle schietoefeningen werden de honden ook meegenomen, om hen aan het vuren te wennen. In den beginne waren zij daartoe allen aan kettingen gebonden, om het wegloopen te verhinderen; later werden de kettingen niet meer gebruiktal heel spoedig gaven zij niet meer om schietenslechts een enkele maal verwijderde zich de een of andere en keerde huiswaarts. Ook bij velddienstoefe ningen waren de honden tegenwoordig; bij het beoefenen van den voorpostendienst werden zij afzonderlijk bjj verschillende schild wachten in de postenlinie geplaatst om hen te leeren, bij dien post te blijven en waakzaam te zijn. Hun waakzaamheid werd aangewakkerd, doordat de africhter hen s nachts stil naderde en deed schrikken. Zij begonnen dan te grom men en te blaffenhet laatste werd hen afgeleerd door slagen en bedreigingen. Deze algemeene voorbereidingen hadden alle goede ïesultaten, en werden die oefeningen bij volgende gelegenhedeu dik wijls herhaald. Meer in t bijzonder werd nu de oefening begonnen met het leeren doorzoeken van het terrein en wel aan iederen houd afzonderlijk. Deze dressuur begon met Dar at. Terwijl de andere honden door een helper werden vastgehouden, begaf de africhter zich met Darat, vastgebonden aan een lang touw, in het terrein. De hond marcheerde vóór den africhter uit en moest zich op bevelen of wenken links of rechts begeven of blijven staan. Eenige manschappen, gekleed als inlanders, waren van te voren in het terrein gedekt opgesteld en moesten opletten of de hond, als hij hun naderde, hen al of niet opmerkte. Was dit laatste niet het geval, dan moesten zij plotseling te voorschijn springen en hem aan het schrikken maken of hem sarren tot hij begon te blaffen. Dit blaffen werd dan weer door den af richter tegengegaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 66