66 zetten, hoe. het inschieten elders plaats heeft; in Indië zal dit als volgt gebeuren. „y Tot. schijf wordt een driemansschijf X°. 2 gebezigd zonder figuur, doch in het midden voorzien van een verticale strook van 13 cM. „breedte (het tweevoud der 50°/c breedtespreiding op 100 M.). „(gemakshalve kan men het midden der strook aangeven door een „verticale lijn met rood potlood en verder de schijf rechts en links „van die lijn in verticale strooken van 0,5 of 1 dM. breedte afdeelen. Uesverkiezende kan in de strook een wit roosje als mikpunt wor den geplakt." lie uitdrukkingen als „gemakshalve kan", „desverkiezende Ara»" doen u onwillekeurig aan 33 denken: „waar vrijheid is gelaten, „mag die niet worden beperkt". Het voorschrift heeft met veel,wijs heid bij de inrichting der schijf tot het inschieten van geweren eene milde ruimte gelaten. Waarom ook voor een zoo diepzinnig werk als het inschieten van geweren aan de phantasie niet den vrijen teugel gelaten? Wat zou het tegendeel ook gebaat hebbenHet genie laat zich immers niet aan banden leggen? Ongetwijfeld zullen de officieren, eventueel met het inschieten van geweren belast, den vrij zinnigen samensteller wel zeer erkentelijk zijn voor het allergewich tigst initiatief, hun in zoo ruime mate hier geschonken. Zoo het mij vergund is ook mijne meening over deze bepalingen te zeggen, dan komt mij deze wijze van beschrijven erger dan on- beteekenend voor. Ik zou wel eens willen weten hoe men, zonder streep en zonder mikpunt op het midden van de verticale strook (gelijk de volgende paragraat voorschrijft) met die nauwkeurigheid zou kunnen richten, welke voor het inschieten van geweren vereischt wordt. Ik zou wel eens willen vragen, of een roode potloodlijn op 100 M. voldoende zichtbaar is. Ik zou wel eens overtuigd willen worden, dat het richten op een roosje, zij het een facultatief roosje, bij het inschieten de voorkeur .verdient boven het richten op een duidelijk zichtbare smalle streep. Omtrent het facultatieve in deze bepalingen ik zou dit de surplus- inschikkelijkhoid van den samensteller willen noemen nog een enkel woord. Ik zag mij in het voorgaande hier en daar genood zaakt over uitbreiding van bemoeiing, over min of meer minutieuse

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 72