72 - gaandeweg zijn gewoon geraakt, niet, dat ik zou willen toejuichen, dat met iedere belangrijke wisseling in het personeel der schietschool- oommissiën, als blijkbaar hier te lande, het ook in Indië in de lucht kwam, dat een nieuw voorschrift dringend noodig is, maar toch hoop ik, dat de commissie van Meester Corneüs, de herziening van dit voorschrift niet te laag op haar agenda zal willen zetten. Ik heb daarvoor een bijzondere reden, die verband houdt met de lofspraak in den aanhef van de verhandeling uitgesproken. Ik zou zoo gaarne zien, dat de niet onverdienstelijke arbeid dezer herzieningscommissie binnen een niet te lange tijdsruimte in het betere kleed gehuld ware, dat aan dien arbeid volkomen zoude passen. Juist omdat in deze voorschriften bij eerste lezing u zooveel uitnemends treft, en eerst bjj nauwgezette overweging der onderdeelen uwe sympathie dikwijls voorbarig blijkt; juist omdat de grondbegrippen voor de practijk in de hoofdlijnen uitstekend zijn en de voorschriften dus in hun funda menten niet noemenswaardig gewijzigd behoeven te worden; juist omdat men het noodige dikwijls degelijk behandeld vindt, en nagenoeg alleen in het overbodige, in wat ik mij verstout de illustratie te noemen, de zwakke plaatsen voorkomen, geloof ik, dat voor de bedoelde com missie in eene spoedige herziening een dankbaar werk kan zijn weg gelegd. Zij zal zich daarbij kunnen en m. i. moeten bepalen, aan het Indische leger duidelijker te doen zien, hoeveel het aan de herziening, die ons nu bezig hield, verschuldigd is. Eén wenk slechts mag ik die commissie daarvoor nog geven. Ik zou haar verzoeken willen, vooral zich aan den vorm te laten gelegen liggen. La forme emporte le fond. In het geraamte reeds der voorschriften ligt ongetwijfeld de grond van een niet gering aantal hunner kleine gebreken. De weinig gemotiveerde verdeeling der stof in het laatste voorschrift en aanhangsel, de bij vele hoofdstukken vooropgeplaatste „algemeene beschouwingen", de talrijke herhalingen, die daarvan het gevolg waren, de indeeling in weinig-regelige paragrafen van ver handelingen, die zich daartoe slechts matig schijnen te eigenendat alles te verbeteren, zal o. m. de taak zijn, waaraan het organiseerend talent der schietschool-commissie de maat van haar krachten, door een goede toelage tot arbeidzaamheid geprikkeld, zal kunnen toonen. Er schijnt maar één middel om aan een dienstvoorschrift afdoende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 78