74 toescheen, en dat de gedachte aan iets dergelijks bij de verdere lezing op nagenoeg iedere bladzijde zich bij mij heeft opgedrongen. Wat de toelichting der zooven aangeduide meening betreft, geloof ik dat de berekening op meerdere punten mank gaat. Ik wil de gronden voor dat laatste gevoelen onvermeld laten, mij bepalende de belang stellende vraag te doen, ot nu gecursiveerd middelmatige schutters op 200 M, 96,3q/o moeten behalende kapitein Rink van oordeel is, dat de éleves der Militaire School blijk hebben gegeven van een schiet vaardigheid beneden het middelmatige, tóen zij op den 25 April 1888 bij hunne gezamenlijke schietoefening op 200 M. slechts 75 en :95ö/0 treffers behaalden? Wij allen zullen, de berekening waarvan is uit gegaan beslist verwerpende, ontkennend antwoorden. De kapitein Hink zal bevestigen moeten. Zou deze moeilijkheid verklaard kunnen worden, met de mogelijkheid, dat wat de schrijver, poür le besoin de la cause, middelmatig noemde, misschien met „uitnemend" moet worden aangeduid? Hoort men dezen schrijver dan staat het met de schietvaardigheid der Indische Infanterie zeer slecht geschapen„Dat onze Infanterie „nog zoo weinig partij weet te trekken van haar vuurwapen is voor- namelijk toe te schrijven: R aan een onpractisch, verouderd schiet- voorschrift en 2e aan het volslagen gemis van opleiding van den „infanterie-officier tot vimrléider van zijn troep." Over laatstbedoelde opleiding heb ik te voren mijue meening gezegd en zal het daarbij laten. Alleen moet nog geconstateerd worden, dat de voorzitter der herzieningscommissie, hier met zööveel nadruk spre kende van „het volslagen gemis van opleiding alle oefening op het schietterrein van voorheen geheel miskent en wegcijfert, om van het oorlogsterrein niet te spreken. Ik wil, nu dit naai' verdienste in het licht staat, nog daarbij voegen, dat ik mij hier gaarne vlak tegen over den kapitein Rink stellende van het praktisch doen en.alleen daarvan voor de geschiktheid van den vuurleider der praktijk iets durf te verwachten. Ook kwam mij het oorzakelijk verband tusschen „een onpractisch en verouderd voorschriften de geringe schietvaardigheid der Indische Infanterie niet zóó innig voor, dat de beslistheid van de uitspraak iederen twijfel aan de juistheid daarvan voor goed zou kunnen buiten-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 80