2
gezonden, om De Brauw in staat te stellen zijne plannen verder uit te
voeren. Den 5de" Maart waren die troepen, onder bevel van den luitenant
kolonel A. H. Hel bach, ter hoofdplaats Palembang vereenigd.
Alvorens nu verder medetedeelen, wat door De Brauw tot voor
bereiding van den veldtocht gedaan werd, moeten wij eenige oogen-
blikken stilstaan bij hetgeen inmiddels in Bengkoelen geschiedde.
Bij zijn schrijven van 12 December 1851 L" E geheim berichtte
de adsistent-resident van Bengkoelen, dat in zijn gewest roof
tochten werden gepleegd door lieden uit de Mo es i landen. Zoo
was den 12™ November eene doesoen in het regentschap So en gei
Leman overvallen door eene gewapende bende uit Kloebak (ten
N. van Kepahiang gelegen); die bende had daar 4 personen
vermoord, 8 gewond, 5 vrouwen weggevoerd en eenige huizen in
brand gestoken. De geroofde vrouwen werden door den depati van
Kloebak aangehouden, en deze had aan den regent van So en gei
Leman geschreven dat hij ze „tegen betaling van losgeld" wilde
teruggeven. Die depati van Kloebak was „dezelfde persoon, die
„in 1841 de afdeeling Laïs, met een aantal roov'ers, door moord en
„roof verontrust had."
Ook in het begin van December hadden zich „op verscheidene
„plaatsen in de Ommelanden van Bengkoelen groote, met schiet
geweer en pieken gewapende benden, naar gissing ruim 200 man
„sterk, bestaande uit Moesivolk" vertoond; op de nadering van den
regent van Soengei Itam met eenige gewapende politiedienaren
en een gewapend gevolg van cc. 60 man waren die benden weder
afgetrokken, maar de vrees bleef bestaan, dat zij zich op nieuw zouden
vertoonen en het land in onrust brengeD. De „vele voortvluchtige
„en rondzwervende moordenaars, roovers en vagebonden" vonden toch
in de slechts nominaal onder ons gezag staande Moe si landen
(Redjang en Am pat La wan g) eene veilige schuilplaats, en zouden
zich te eerder op Bengkoelensch grondgebied bewegen naarmate zij,
in het Palembangsche, meer door onze krijgsoperatiën in bedwang
gehouden werden.
Omstreeks ter zelfder tijd met dit bericht van Bengkoelen ont
ving de Regeering mededeelingen van den resident van Palem-