85 eenige houding van het geweer is in zulk terrein en onder zuike omstandigheden. Voetje voor voetje werkt, men zich door de hooge alang-alang. Op eens wordt halt en salvovuur gecommandeerd, want daar op een 150 pas afstand merkt kapitein X den vijand op. Twee, drie salvo's worden afgegeven en eene dikke rookwolk in de toppen der alang- alang hangt voor de bajonetten. Op dit moment zien de sectie commandanten plotseling den vijand met den klewang in de hand in gebukte houding en vrij snel op hun sectie afkomen van uit dichtbij gelegene stellingen. Daar de geweren juist weer geladen zijn, wordt spoedig aan en vuur gecommandeerd. Niettegenstaande dit, staan toch eenige aanvallers op de sectie in te hakkenslecht schieten, slecht treffen, of te groote vijandelijke sterkte kan hiervan de oorzaak zijnhet regent klewanghouwen, er wordt gestoken en teruggeslagen en....daar liggen de stoutmoedige Atjehers, maar aan onze zijde ziet men weldra gesneuvelden en gewonden naar de ambulance dragen, welk aantal bepaald minder bedragen zou hebben, als een der gele deren nog een schot klaar had gehad. Een ander voorbeeld Eene afdeeling had naar beide zijden front gemaakt en strijdig met het reglement moest door de gelederen afwisselend gevuurd worden, omdat de vijand afwisselend voor elk gelid nu en dan zichtbaar werd. Ik hoop hiermede de wenschelijkheid te hebben aangetoond het gelederen vuur weer iu het leven te roepen, zoolang althans onze Infanterie niet met een repeteergeweer gewapend is en het blijft dan nog de vraag of het gelederenvuur voor een geval als hierboven- genoemd zijne waarde niet zou behouden. Kota Radjaden 8en Juni 1889. J. C. v. H,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 91