90 versterken, opdat men zich, in afwachting van nadere bevelen van generaal Yan Swieten, zoude kunnen staande houden. De generaal, erkennende dat de noodlottige uitslag van den tocht op de uitbreiding en vestiging van ons gezag niet gunstig werken kon, was toch van meening dat het gevaar voor Fadoro en Sin- gedeassi niet zeer groot was, omdat de strijdkrachten der Niassers niet voor den aanval, maar meer voor de verdediging berekend waren. Hij achtte „liet verlies der menschenlevens het grootste leed dat door ons geleden wasonze invloed zou door eene gematigde en rechtvaardige handelwijze spoedig hersteld zijn". „Maar" aldus schreef hij verder aan den Gouverneur-Generaal, dd. 23 Januari 1856 N°. 244,,,ik zal nu terugkeeren tot mijn eerste denkbeeld, dat ik nu wel wenschte niet verlaten te hebben, nl. eerst feitelijk bezit van Zuid-Ni as te nemen, alvorens er gehoor zaamheid te vorderen. Ik zal daarom, met het oog op de voorafge gane gebeurtenissen, gebruik maken van de machtiging, mij verleend bij het besluit Van 12 April 1854 N°. 1, en dadelijk, door het op werpen eenor redoute, bezet door 75 man in de Lagoendi-baai op het gebied van Fadoro, een vast punt in het zuidelijke Nias in bezit nemen. De bevolking van Fadoro en Singedeassi zal daartoe gewis gaarne medewerken door de levering van arbeiders en materialen, als het zekerst middel tot het erlangen van bescherming en het verhoeden van overheersching, wellicht zelfs tot het bekomen van die suprematie, die de anderen zich over hen willen aanmatigen. Ik vermeen dus dat onze staatkundige toestand weinig zal verloren hebben, wellicht zelfs wordt de ongelukkige afloop der expeditie het middel om spoediger tot het doel te komen dat mij door eene duurzame vestiging het beste verzekerd schijnt. Inderdaad, ons doel is niet om te oorlogen, om te overweldigen of met het vuur en het zwaard beschaving te verspreiden; wij verlangen slechts vrede en rust ie stichteu en het geluk der bevolking te bewerken, waartoe duurzame vestiging en duurzame aanraking, gepaard met de voor- deelen die door handel altijd ontstaan, wel het gevolgrijkste zullen zijn. „De verrichtingen van den civielen gezaghebber in de vermelde tusschenkomst was beraden, gematigd en loffelijk. Dat hij niet ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 101