92 afgaan, vooral wegens de onhandelbaarheid en den woesten aard der bevolking. „De uitvoering baarde echter eenige bezorgdheid, omdat de vrede lievende en menschlievende strekking van de oogmerken met het eiland Nias zelfs den schijn moesten doen vermijden, dat onze bezit neming of vestiging aanleiding konde worden tot openbare vijandelijk heden, die zoo licht, indien de tegenstand hardnekkig wordt, een oorzaak worden van verdelging en onheil, het tegenovergestelde van hetgeen beoogd wordt. „Nu echter de Niassers zeiven, zonder eenige aanleiding onzerzijds, het initiatief hadden genomen om de goede verstandhouding te verbrekenaanvankelijk door verraderlijk den wapenstilstand te schenden, die door onze bemiddeling was gesloten en door de beide partijen plechtig was aangenomen; vervolgens door te weigeren de vergoeding te geven, die overeenkomstig de volksgebruiken ver schuldigd was, en eindelijk door de tusschenkomst van den bemid delaar gewapend af te wijzen en hem doodelijke verliezen te doen lijden, nu, zeg ik, werd de uitvoering gemakkelijk gemaakt, wijl geen sprake meer behoefde te zijn van die oneindige behoedzaam heden, die in acht zouden moeten worden genomen om de volks begrippen niet te kwetsen en soms zoo belemmerend zijn voor eene dadelijke uitvoering. „Het was echter noodig, geen tijd te doen verloren gaan, ten einde te voorkomen dat door den indruk van onze nederlaag het bond genootschap onzer tegenstanders werd versterkt en het vertrouwen onzer bondgenooten op onze macht, onze middelen en onze be doelingen in gelijke mate werd verzwakt. Het tijdig benutten van de verdeeldheid, die onder de onderscheiden stammen heerscht, moet onze oogmerken begunstigen". Onze vestiging te Lagoendi, in Maart 1856, is uitvoerig ver haald iu de Koloniale Jaarboeken 1861-1862, blz. 205 en vlg. "Wij kunnen daarom volstaan met de volgende aanhaling uit het evengenoemd verslag van generaal Van Swieten. „Den 10en Februari 1856 vertrok van Pad an g een uitgezocht detachement van 2 officieren en 75 man, die de vaste bezetting van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 103