94 gesteld en weidsche eerenamen, zooals die van „verdelgers dei' com pagnie" hebben aangenomen, en alle eedgenooten hadden bij eene plechtige bijeenkomst gezworen, onze vestiging te verhinderen. In dien dus de tegenstanders en onzijdigen werden afgetrokken, bleef alleen de kampong Fadoro ons getrouw, maar de verwijdering van deze kampong tot aan het strand was te groot om daarvan bijstand te kunnen verwachten. „Met de werkzaamheden voor de redoute werd dadelijk een aan vang gemaakt; de onzijdigen echter verzochten van het leveren van arbeiders of materialen verschoond te blijven. Aan het dagregister van den militairen commandant zijn de volgende bijzonderheden ontleend. „Den 13cn Maart kwam Hilibobo aanbiedingen van vriendschap brengen; het bondgenootschap scheen dus reeds een lid te zullen ver liezen. De radja van Fadoro liet weten dat hij een middel zocht om tot ons te komen, maar dat zijne gemeenschap met het strand was afgesneden. Van de onzijdige kampong Singedeassi werden reeds eenige levensmiddelen te koop aangeboden. „Den 16en Maart kwam de radja van Fadoro met een gevolg van 150 man; hij toonde groote vreugde over de terugkomst van onze troepen. Hij verzocht, zijn eed van trouw te mogen vernieuwen en beloofde ons met 40 werkers te zullen bijstaan. Van Hilibobo werden 400 dakribben aangeboden. Den 18en Maart kwamen 2 hoofden en 40 koelies of arbeiders van Fadoro. De radja van Hilibobo verzocht, tot het afleggen van een eed van getrouwheid te worden toegelaten. Onze invloed neemt dus toe, in weerwil dat te Orahili groote toebereidselen worden ge maakt voor een aanval, die echter achterwege is gebleven. Het bond genootschap bestaat nog slechts uit Botohosi, Orahili en Hili- djehono; de andere kampongs voegen zich aan onze zijde of blij ven onzijdig. „Den 22cn Maart was de redoute voltooid en door de troepen bezet, zoodat majoor Crena het bevel aan den daarvoor bestemden officier, den len luitenant A. W. F. He ij 1 i g er s, overgeven en naar zijne stand plaats Siboga terugkeeren kon. „Latere berichten melden, dat de omliggende bevolking zich in de nabijheid der redoute volkomen veilig waant; dat zij zich dagelijks in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 105