95 grooten getalemannen, vrouwen en kinderen naar de velden begeeft om die te bebouwen, en dat het verkrijgen van levensmiddelen op de plaats zelve verzekerd is. „Den commandant der redoute heb ik het civiel gezag opgedragen. Hij heeft in last, door het doen van militaire wandelingen kennis van het omliggend terrein op te doen, en geen voedsel te geven aan het denkbeeld dat de onzen binnen de enceinte der redoute zijn opge sloten, maar veeleer de overtuiging te wekken dat wij, tot verwij derde afstanden toe, bescherming kunnen verleenen en veiligheid kun nen doen ontstaan. Hij moet vermijden, het gebied van Orahili te betreden, doch de kampongs Fadoro, H i 1 i b o b o, enz. bezoeken. De veiligheid, die weldra in den omtrek ontstaan zal, zal de werk zaamheden van den landbouw en den handel aanmoedigen en aan de bevriende bevolking voordeelen verzekeren, die den naijver der anderen zullen opwekken en hen naar onze vriendschap zal doen verlangen. Overigens moet onze bemoeienis zich vooreerst bepalen tot het verkrij gen van invloed door het houden van wekelijksche bijeenkomsten met de hoofden, ten einde de aangelegenheden van bijzonderen aard, waarin onze bemiddeling wordt verlangd, met rechtvaardigheid en mensehlievendheid te beslissen; die bijeenkomsten kunnen tevens nuttig zijn om denkbeelden van beschaving en afkeer van menschenoffers, koppensnellen, slavernij, enz. te verspreiden. In het vorderen van arbeid, zooals het maken van wegen, is hem onthouding aanbevolen, om geen afkeer te verwekken. Wel is hem toegelaten, aan te toonen dat goede wegen het verleenen van bescherming ingeval van vijandelijke bedreiging in de hand werken, en dat dus alleen die kampongs eventueel op onzen bijstand kunnen rekenen, die voor eene goede gemeenschap hebben gezorgd. Een der kampongs, II i 1 i b o b o, heeft reeds in de eerste dagen der bezetting van L a g o e n d i vergunning gevraagd om een weg naar de redoute te maken. Eindelijk is aanbevolen, te trachten onze munt gangbaar te doen worden, ter bevor dering van den handelthans wordt alles tegen lijnwaden en kramerijen verhandeld, wat voor de bevolking niet voordeelig is. „Ik meen dat men, door dit statu quo eenige maanden te laten bestaan, het doel spoediger zal bereiken dan door operatiën tegen de afgelegen kampongs. In de eerste plaats kan dit niet geschieden zonder belangrijke vermeerdering van troepen; in de tweede plaats

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 106