96
zouden de operatiën verderfelijk zijn voor de kampongbewoners, dat
is voor ons eigen belang, aangezien vernieling daarvan allicht het
gevolg zou kunnen zijn. Alvorens tot ernstiger maatregelen over te
gaan, zal dus m. i. eenige tijd van beraad moeten gegeven worden".
De Indische Regeering had, blijkens haar besluit van 20 Augustus
1856 No. 7, tegen deze gedragslijn geen bezwaar.
De toestand, waarin de bezetting van Lagoendi verkeerde,
was niet benijdenswaardig. Niet-alleen moest zij gedurig op hare
hoede zijn, daar telkens berichten werden ontvangen omtrent voor
nemens tot vijandelijke aanvallen, die echter niet tot uitvoering
kwamen; maar, als bij elke nieuwe vestiging in Indië, had zij veel
van ziekten meest moeraskoortsente lijden, die menig soldaat
ten grave sleepten.
Maar dat alles werd opgewogen door het nut, dat onze vestiging
stichtte. Inderdaad traden de onzen hier op als de pioniers der be
schaving; dank vooral aan hunnen aanvoerder, luitenant Heijligers^
die, naar aller getuigenis, gedurende zijn tweejarig verblijf te
Lagoendi in de gelegenheid was, tallooze blijken te geven van over
leg, beleid, geduld, standvastigheid en volharding.
Getuigenissen zijn intusschen overbodig, waar de feiten spreken!
In Juni 1856 kon worden bericht, dat de bewoners der kampongs
Fadoro, Singedeassi en Hilibobo goedgezind waren en ver
trouwelijk, in of bij de redoute, met de soldaten en hunne vrouwen
omgang kwamen zoeken. Bouwmaterialen en levensbehoeften werden
in menigte te koop aangeboden; eenige handelaren van Sumatra's
Westkust hadden zich nabij de redoute nedergezet en voorzagen
de bevolking van lijnwaden, tabak en kramerijen. Kleine handelsvaar
tuigen van Sin g kei, Baros, Siboga en de Ba toe-eilanden
voeren naar Lagoendi heen en weder en veroorzaakten daar eene
nooit te voren gekende bedrijvigheid. Fadoro maakte een nieuwen
weg naar Lagoendi.
De tactiek, om de voordeelen van den handel aanschouwelijk te
maken en die aan onze bondgenooten te geven, miste het doel niet.
De begeerigheid, om mede van die voordeelen te genieten, deed
Orahili besluiten eene schikking voor te slaan; zij bood aan, ver-