117 De banen nu, die bij de laatstgenoemde vizieren behooren, zullen in dat geval lager liggen dan die der eerstgenoemde. Verdient de voorgestelde aanwending van het vizier werkelijk de voorkeur boven het reglementaire gebruik, dan zou de indeeliDg kunnen zijn als volgt: Vizier van 100 M.: keep in het voetstuk, met op den loop neer geslagen klep van 200 M.: keep in de vizierklepvan 300 M.: lange streep op het buitenvlak en den kant van den linkervleugelvan 400, 500 M., enz.: genummerde korte strepen eveneens op buiten vlak en kant des linkervleugelsal die vizieren bij de gezamenlijke vuren in den strijd met een Europeeschen vijand aan te wenden ;en eindelijk de vizieren van 250 M. en 350 M.: strepen op het buitenvlak van den rechtervleugelmet de vizieren van 100, 200 en 300 M. moeten die beide bestemd zijn voor het individueel schijfschieten en het vuur in het gevecht met den Inlandschen vijand. Bij het vuur gevecht met dien vijand, waarin de tegenwoordigheid van geest maar weinig verstoord wordt, kan zeer goed van een groot aantal vizieren gebruik worden gemaakt. Te betreuren valt het voorwaar, dat ons tegenwoordig infanterie- geweer ons dwingt voor de kleine afstanden drie vizieren te doen aanwenden. De ondervinding heeft geleerd, dat in het Europeesch gevecht op die afstanden op vizierverandering niet of weinig slechts gerekend mag worden. Dit heeft ten gevolge, dat bij nadering tot den vijand het vizier van vele schutters te hoog zal zijn gesteld. Het is ook daarom zeer gewenscht, dat onze infanterie spoedig bewapend worde met een der geweerstelsels van zeer klein kaliber en meer gestrekte banen, die thans in Europa reeds zijn en nog worden ingevoerd. Bij de eischen van een goed vuurwapen voor onze infanterie, vroeger opgesomd, voegt zich dus nog {deze: dat het een zeer gestrekte baan en dus voor de zoogenaamd kleine af standen slechts eene enkele vizierstelling hebbe. Het tijdstip voor de invoering van een nieuw geweer zal spoedig zijn aangebroken, want het meereudeel onzer Beaumont-geweren is reeds lang in dienst en heeft in den Atjeh-oorlog veel geleden. De reparatiën zijn vele en kostbaar, en toch, het wapen verbetert er niet op de aanschaffing van een nieuw stelsel zou dus wellicht eene financieele besparing

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 128