118 blijken. Men ga geleidelijk tot eene nieuwe bewapening over en late vooral geen kostbaren tijd met eindeloos wikken en wegen verloren gaan. Het Schietvoorschrift heeft niet genoeg zorg besteed aan de indi- vidueele opleiding tot gevechtsschutter en daarbij de practijk te veel uit het oog verloren. Het schot moet beoefend worden in alle ge schikte houdingen, ook in die achter dekkingen en boomen; het schietterrein behoort daarvan voorzien te zijn; boomen kunnen door palen van geringe hoogte op voetstuk worden voorgesteld. Het reglement geeft daaromtrent nietsen toch, men meene niet, dat de schutter, die nimmer geoefend is in het schieten uit dekkingen, achter boomen, in zittende houding, enz., in het gevecht daarvan het meest voordeelige gebruik zal weten te maken. Het is niet zoo eenvoudig, zich onder zulke omstandigheden bij de gemakkelijkste houding tevens de meeste dekking te verschaffen. Verder moet men den man tegenover de figuurschijf geplaatst individueel oefenen in het vuur op commando; veel beter dan bij de gezamenlijke oefeningen springen daaibij zijne fouten in het oog; dat individueel onderricht behoort aan de gezamenlijke oefeningen vooraf te gaan. Aan de zittende houding zijn groote voordeelen verbonden. Zij is volstrekt niet vermoeiend, verzekert een goeden steun aan het geweer, maakt het doel voor den vijand zeer laag en ondiep en ver oorlooft het bovenlijf sterk naar voren te buigen, waardoor de terug stoot veel minder hinderlijk is dan in eenige andere houding. Voor de tirailleurlinie is zij dan ook geschikter dan de knielende houding; die bovendien zeer vermoeiend voor voet en knie is. Het verdient zelfs aanbeveling te beproeven, of de knielende houding in den gesloten troep niet door de zittende te vervangen is. Als ik eene afdeeling langen tijd geknield zie, zooals dikwijls in de linie der ondersteuningstroepen en reserves kan voorkomen, dan gevoel ik onwillekeurig weder die vermoeiende pijn in de voetgewrichten, die van het knielen het gevolg is. Gewoonlijk ziet men dan ook spoedig vele manschappen het bovenlijf op de knieën oprichten en zich dus veel meer blootgeven. Uit de houding „liggend niet opgelegd" behoeft het schieten slechts

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 129