125
scheikundig teekenschrift, affiniteit, middelen waardoor deze wordt
opgewekt of begunstigd, vormen waaronder vaste lichamen voorkomen.
III. Aardrijkskunde.
De natuur- en staatkundige aardrijkskunde van NederlandNeder-
landsch-Indië en van de rijken en koloniën in Voor- en Achter-Indië,
den Indischen Archipel en Australiëwat betreft bevolking, uitge
strektheid, staatkundige verdeeling, staatsregeling, grondgesteldheid en
plantengroei, voortbrengselen, bronnen van bestaan, voornaamste straat-,
spoor- en waterwegen.
IV. Talen.
De kennis van de Nederlandsche taal en het bezit van een goeden
stijl zullen worden beoordeeld uit alle schriftelijke beantwoordingen
van examenvragen.
Yan de Fransclie, Engelsclie en Hoogduitsche talen zal worden
gevorderd:
het vlot met beschaafde uitspraak lezen en zonder te veel moeite
voor de vuist in het Nederlandsch vertalen van een stuk uit het
Fransch, Engelsch en Roogduitsch over krijgsgeschiedenis of tactiek.
De kennis van de grondregels dier talen moet blijken uit het ma
ken van eenvoudige opstellen over militaire onderwerpen, met behulp
van woordenboeken.
Tot aanbeveling strekt de kennis van de Maleische óf Javaansche
grammatica en het zich gemakkelijk uitdrukken in eene of meer der
genoemde Europeesche talen.
De aanvraag om toelating tot het examen moet vóór 1 Februari
geschieden (op de ver afgelegen buitenbezittingen kan dit tijdstip
vervroegd worden)de aspiranten worden, desverkiezende, van alle
diensten vrijgesteld van af den dag waarop hun chef de aanschrijving
der toelating tot het examen heeft ontvangen, terwijl zij, zoo ze zulks
verlangen, dadelijk naar Batavia worden gedirigeerd. Het examen
vangt medio Juni aan.
Uit het bovenstaande ziet men dat de Regeering de Indische
administratie-officieren op vrijgevige wijze in staat stelt om den