met meer grond uitsluitend gevestigd moest blijven op de vermeer dering van de welvaart van die volkstammen, welke onder ons dadelijk bestuur waren gekomen. De voortdurende rust, welke deze landschappen genieten, en de geleidelijke gang van zaken, die onder hunne bevol kingen, zoowel in den landbouw als in het inwendig bestuur, heeft wortel geschoten, heeft nu het vooruitzicht geopend dat onze be moeiing met meer nut kan worden uitgestrekt tot die volkstammen in dit gouvernement, die daarvoor het meest geschikt zijn, met het oog merk om hunne beschaving te verbeteren, hunne werkzaamheid op te wekken en de som der genietingen onder hen te vermeerderen. „Het eerst van allen komt daartoe in aanmerking het eiland Ni as. Naar evenredigheid van de sterkte der bevolking is de stand van zaken daar nog zeer achterlijk; met gematigdheid en beleid is er veel tot verbetering van dat volk te doen, wat trouwens ook betoogd wordt in de verslagen der gecommitteerden, die in vroegere jaren de binnenlanden van het eiland bezocht hebben. Het is daaraan, dat een begin van uitvoering moet worden gegeven; ik ben echter niet bij machte, middelen tot uitbreiding van ons bestuur aan te wijzen, en het is dus noodig, vooreerst ons te behelpen met de middelen, die organiek te Nias voorhanden zijn. Zij zijn wel is waar niet groot, maar toch toereikende om het werk der beschaving eenen aanvang te doen nemen. Wat zich daartoe het meest aanbeveelt, is het aanleggen van wegen van GoenoengSitoli naar de biunenlandsche kampongs; eerst naar die, welke ons hoofdetablissement aldaar omgeven, en, wanneer dit volbracht is, vandaar uit meer binnenwaarts. „Aan de kampongs, die zich aldus door een goeden weg met ons etablissement te Goenoeng Sitoli in verbinding gesteld hebben, moet de bescherming van onze macht tégen hunne vijanden worden toegezegd, maar ook aan de eersten alle aanleiding tot oorlog en het oorlogen zelf worden verboden. De geschillen met naburige kampongs, die, wanneer zij niet onderling in der minne geëindigd kunnen worden, volgens landsgebruik een casus belli zouden worden, moeten aan de bemiddeling van het Europeesch gezag worden onderworpen. „De partij, die het eerst de wapenen opvat, moet met oorlog en bestraffing door ons bedreigd worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 13