129
Eene officieele aansporing aan de luitenants-kwartiermeesters, om
zich voor het toelatingsexamen te bekwamen, zooals wel eens heeft
plaats gehad, zal weinig resultaat opleveren, wanneer het met goed
gevolg bijwonen vau den Intendance-cursus voor de betrokkenen geen
bepaald voordeel aanbrengt, zij dit ook slechts in de toekomst.
Bovendien is de gewone werkkring van den kwartiermeester in
Indië op zich zelve reeds druk genoeg en wordt er bij de afmattende
warmte, die in de meeste Indische garnizoenen heerscht, vrij wat
energie toe vereischt, om opnieuw met ernst en volharding de
leerboeken ter hand te nemen, terwijl, op enkele uitzonderingen na,
enkel de op de drie hoofdplaatsen van Java gevestigde officieren in
de gelegenheid zijn, grondig onderricht in de vakken van het toela
tingsexamen te bekomen. Eindelijk is de tijd van voorbereiding
(van Maart tot half Juni) wel wat kort en zou er, ter wille van het
groote belang der zaak, wellicht iets op kunnen worden gevonden, om
aan eenige intelligente en studiegrage jonge luitenants-kwartiermeesters
de behulpzame hand te bieden, ten einde zich gedurende langeren
tijd voor het toelatingsexamen te bekwamen.
Het moeten echter bepaaldelijk personen zijn, die met een helder
verstand en goede geestvermogens zijn toegerust. In dit opzicht
heb ik en, naar ik meen, gegronde bezwaren tegen eene der
eischen van toelating, namelijk die, dat de aspirant kan volstaan
met eene gunstige beoordeeling van zijne chefs te hebben verworven
en alleen theoretisch en practisch geschikt behoort te zijn voor de
deugdelijke waarneming der aan zijnen rang verbonden functiën. Mij
dunkt, dit is niet genoeg. Het moeten mannen zijn, die veel voor
de toekomst beloven en van wie met grond kan worden verwacht,
dat zij met succes de krijgsschool zullen doorloopen. Want dat het
geen licht verteerbare leerkost is, die aan den Intendance-cursus
wordt opgedischt, moge uit het volgende blijken.
Luidens het bij Koninklijk besluit van 7 September 1880 (Neder-
landsch recueil militair, beknopte uitgave, pag. 1855) bepaalde,
wordt aan den Intendance-cursus onderricht gegeven in de navol
gende vakken:
a. de natuurkunde;
b. de scheikunde
Dl. I, 1890 9