143 Als ik in verband biermede nota neem van de aanteekening in noot (1) op blz. 28 der brochure, dan wil het mij voorkomen dat onze gastheer goed had gedaan, zoo hij, al ware het slechts met een enkel woord, vooraf had medegedeeld welk inderdaad gedistingeerd publiek ons in zijne woning wachtte. Yrees had hij voorzeker niet behoeven te koesteren, dat wij hem niet als de ziel van het gezel schap zouden hebben erkend. Uit de „Hoofdpunten van het stelsel van verdediging" blijkt, dat men ook thans nog, en ten rechte, de meening is toegedaan dat de verdediging van de kolonie zich in hoofdzaak behoort te bepalen tot de verdediging van Java. Yerder dat nog steeds het voornemen bestaat de landsdefensie te concentreeren in de binnenlanden van het eiland. Want niet ter zee of aan de kustmaar in het binnenland „moet men met hem (den vijand), afrekenen-, Java's hergen moeten hiervan getuigen zijnV', zoo drukt een ander schrijver, de heer Co- blijn, zich euphemistisch uit en wie helpt hem dit niet gaarne wenschen. De vraag is echter, waar ergens dat afrekenen zal moeten geschieden. Het antwoord dat de „Proeve" hierop geeft, is niet verrassend nieuw. Zij verwijst ons naar het terrein in Midden-Java, ingesloten door de Merapi, de Merbaboe, de Sindoro, de Soembing, de Oeugaran en de verbindingsruggen dezer bergen (stelling XVI)het is het terrein door den kolonel der genie Van der Wijck in zijne memorie van 1 Dec. 1834 aanbevolen en dat verband houdt met het stelsel van verde diging, waarvan de hoofddenkbeelden door den Gouverneur-Generaal Van den Bosch waren aangegeven. "Welke wijzigingen in den loop der tijden ook al in dat stelsel mochten zijn aangebracht, hoe het ook al mocht zijn aangetast door den in 1844 in het belang van de defensie herwaarts gezonden generaal Von Gagern, tot vóór twintig jaren is het beginsel, in stelling XYI ter- nedergelegd, onveranderd gebleven. Na dien tijd heeft men er weinig meer van gehoord, totdat het in de laatste jaren weder meer vorm en leven heeft gekregen, wellicht tengevolge van meeningen, die uit het Noordeinde in den Haag naar Indië zijn overgebracht. Een paar opmerkingen ter zake: Schr., die de meening verkondigt in stelling XY„deze (centrale) stelling moet zoover mo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 154