147 tevens het land dat steeds beschouwd zal blijven als een noodza kelijke uitweg in den strijd voor het bestaan, dat daarom voor die meeiderheid is en blijft het land der vreemdelingschap en hetwelk meD, zoodra de omstandigheden het zullen veroorloven, weder ver laten zal om terug te keeren in het klimaat, waar het ras tehuis behoort. Als nu Schrijver deze meening deelen kan, gelooft hij dan nog aan de verwezenlijking van zijn ideaal, om door ontwikkeling van de parti culiere industrie het zoover te brengen dat men met betrekking tot de voorziening in oorlogsbehoeften geheel onafhankelijk wordt van Europa? Yan geheele onafhankelijkheid kan natuurlijk geen spiake zijn; geen land ter wereld toch bezit de bronnen om in al zijne behoeften te kunnen voorzienmen is en blijft wat dit betreft van andere landen afhankelijk, doch Schrijver bedoelt zeker om Indië's in dit opzicht bestaande afhankelijkheid binnen engere grenzen terug te brengen dan tot heden het geval was. Is dit mogelijk? Ik betwijfel het ten zeerste. Het kapitaal heeft zich tot heden steeds willig getoond om de in Indië bestaande bronnen van landbouw en nijverheid te exploiteeren, maar het is nog zeer de vraag, of het ook genegen zal worden be vonden om de elders bloeiende bedrijven, waardoor in zoo ruime mate in de hierbedoelde aanvulling wordt voorzien, ook in Indië te vesti gen, zelfs al zou daartoe de steun van regeeringswege niet achterblijven. Heeft Schrijver ooit gehoord van pogingen om in Indië laken fabrieken of katoenspinnerijen op te richten heeft hij ooit gehoord van eenig voornemen om hier inrichtingen te doen verrijzen voor de ver werking van grondstoffen tot geneesmiddelen of tot andere voor het leger onmisbare behoeften? En als ook hem hiervan niets bekend is, waaruit de gevolgtrekking mag worden gemaakt, dat de nijverheid in die richting den indus- trieelen (in- en uitheemschen) niet levensvatbaar is toegeschenen, ligt dan daarin geen vingerwijzing voor den Staat om ten deze ook niet over te gaan tot het nemen, onder zijne auspiciën, van uiterst kostbare proeven Nog eene enkele opmerking vóór ik afstap van het defensie-hoofdstuk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 158