heeft, aan de behoefte van handen schade zoude worden berokkend, zonder dat het oogmerk zoude worden bereikt, wijl het met zeker heid te voorzien is dat, zonder ommekeer in de denkwijze der Hiassche bevolking, de mindere uitvoer van pandelingen naar P a d a n g slechts den uitvoer van slaven naar Atjeh zou doen vermeerderen. De overtuiging, dat een schuldenaar meer voordeel aanbrengt door zijnen arbeid dan door zijnen verkoopprijs, zal beter en met minder botsingen het doel doen bereiken. „De leiding van deze uitbreiding vertrouw ik geheel aan U toe; waar het noodig is om hetzij den onwil, hetzij de tegenwerking te onderdrukken van kampongs, wier bevolking door geeDe overreding te overtuigen is, en eeue bloote militaire vertooning en bedreiging voldoende is om de tegenstrevenden tot rede te brengen, kan de militaire en civiele gezaghebber over 25 a 30 man van zijn garnizoen tot dat einde beschikken. Hem moet echter worden opgemerkt dat het zijn beleid en overleg beter zal doen uitkomeD, indien hij van die middelen slechts zeldzaam gebruik behoeft te maken en dat hij zich moet wachten om aan de hoofden van GoenoengSitoli eenigen invloed op de kampongs der binnenlanden te geven. Zij zijn de uitbreiding van ons gezag in de binnenlanden vijandig en zullen zoo niet openlijk, dan toch in het geheim onze bedoeling trachten tegen te werkenhij moet aau hunne inblazingen geen gehoor geven. Om de aanraking met de hoofden gemakkelijk te maken, stel ik U een krediet open van f 500. „Gelijk ik zeide, moeten de aangegeven maatregelen de voorberei ding zijn van meer afdoende. Blijkt het dan, dat er hoop bestaat dat eene meer dadelijke bemoeienis ook grooteren invloed zal hebben zonder dat de onkosten van de occupatie veel behoeven vermeerderd te worden, en kan dit uit de reeds verkregen uitkomsten worden bewezen, dan zal ik ook bereid zijn, op Uwe aanwijzing de noodige voorstellen daartoe aan de regeering te doen." De resident van Tapanoeli, de heer P. T. Co u perus, beant woordde dezen brief den 28en Januari 1853 (N°. 163/38), nadat hij Hi as had bezocht. In korte trekken behandelde hij daarbij den staat des lands en den toestand der bevolking, om daarna aan te geven wat z. i. diende te worden verricht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 15