150
„delen in zoo goeden staat gehouden als mogelijk is, dan lijdt
et geen twijfel, of zij zullen, als gevaar van buiten dreigen
„mocht, nuttig aangewend kunnen worden naargelang van de onrno-
„gelijk met zekerheid te voorziene omstandigheden."
De verdediging van Java tegen een buitenlandschen vijand stelt, als de
organisatie van het leger daarop gegrond is, aan die organisatie zulke
ooge eischen, dat, als deze laatste vervuld zijn, de samenstelling
der strijdkrachten ongetwijfeld ook voldoet aan de eischen voor de
oor ogvoering tegen den Inlandschen vijand. - In algemeenen zin is
het hiervoren genoemde beginsel van den Heer Brakel, en dus ook
van en Heer Cool, volkomen correct, maar, hoewel ik non-
geenszins geacht wil worden te deelen in 's Ministers hiervoren geci
teerde beschouwingen, de door zijne Excellentie aangegeven grond
slag voor de organisatie der levende strijdkrachten in Indië: Geven
wat ivij geven hunnenmen handele dan daarmede naar vermoeien"
is naar mijne innige overtuiging ook de door de practijk bewezen
eemg mogelijke. (1)
Schrijver heeft zich bij het aangeven van eene organisatie voor
ons leger bepaald tot het vermelden van hetgeen hij noodig achtte
en dat geschiedde met kwistige hand, alsof de individuen slechts
voor het grijpen waren. Doch de taak der organisatie strekt zich
vei er uit, zij vordert o. a. ook dat men aangeve hoe of vanwaar
men de levende strijdkrachten verkrijgen zal en hieraan heeft de
Heer Brakel blijkbaar niet gedacht.
Het kan Schrijver niet onbekend zijn, dat men in de laatste jaren
geen geld gespaard en geene oirbare middelen onbeproefd gelaten
eeft, om toch maar de werving - vooral van Nederlanders - meer
productief te maken.
"N°°h dö herhaalde verhoogingen van handgelden en soldijen zijn
„m staat geweest om meer Nederlanders tot dienstneming voor Indië
„te bewegen, wat trouwens hier niet kan verwonderen, die let op de
„omstandigheid dat uit de 750000 mannelijke ingezetenen des
"UJ Yan 16 t0t 40 J'aar oud> Diet alleen de vrijwilligers, officieren
- -- -