DE NIEUWE SECTIESCHOOL ES BATTERIJSCHOOL, EERSTE GEDEELTE, YOOR DE VELDARTILLERIE. Terstond na kennismaking met de in October van het vorige jaar verschenen sectieschool en batterijschool, eerste gedeelte, voor de veldartillerie, vatte ik het plan op, genoemde scholen in dit tijd schrift te bespreken. Beide reglementen bevatteD naar mijne meening zóóveel leemten en geven daarbij eene richting aan, zoo geheel afwijkende van de tactiek van het wapen, zooals die thans wordt begrepen, dat het mij voor ditmaal bepaald gewenscht voorkwam, het stilzwijgen te verbre ken, waarmee de artillerie in den regel haar reglementen ontvangt. Nauwelijks mijn arbeid begonnen zijnde, verscheen de November aflevering 1889 van het I. M. T en zag daarmede het opstel van den l,ton Luitenant der Infanterie B. T. C. F. Schmidtgetiteld „Z)e hatterijscliool der veldartillerie (le gedeeltey, het licht. Aanvankelijk vermeenende mijne beschouwingen nu wel achter wege te kunnen houden, bracht de lezing van bedoeld artikel mij evenwel spoedig tot andere gedachten, de Heer Schmidt toch opperde uitsluitendeenige bedenkingen van tactischen aard, en liet de sectieschool geheel onbesproken. Moge de schrijver zich daarmede op een alleszins juist standpunt hebben gesteld, de artillerist verlangt, dat zijne reglementen ook aan andere eischen als aan die der tactiek voldoen. Aan te toonen, hoe daarin is te kort gekomen, is dan ook het hoofddoel van de onderstaande opmerkingen. Indachtig aan den wensch van de redactie van dit tijdschrifr, om zoo min mogelijk plaatsruimte in te nemen voor een onderwerp, dat uit den aard der zaak slechts een klein gedeelte van zijn lezers be lang kan inboezemen, heb ik getracht zoo beknopt mogelijk te zijn. Men verwachte daarom ook geen vloeiend geschreven betoogen, doch enkel met zoo weinig mogelijk woorden neergeschreven opmerkingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 164