157 van dsn onderwijzer door den sectiecommandant wordt herhaald. Aan gezien punt a van artikel 17 voorschrijft dat de sectiecommandant alle commando's, welke op bet vuren betrekking hebben, behoort te herhalen, is men hier in eene overbodige herhaling vervallen. Het oude reglement was hierin juist. Artikel 16 komt in strijd met den geest van punt IV der Algemeent bepalingen en opgaven uit den Leiddraad voor het schieten te veldedoor alléén het stukkenvuur aan de sectie toe te staan. Evengoed als den hatterijcommandant moet ook den sectiecommandant vrijheid zijn gelaten, om bij moeilijke waarneming het grensschieten met salvo's te verrichten. Ook hij granaatvuur tegen een weerstand biedend doel en bij granaat kartetsvuur onder bijzonder gunstige omstandigheden (afstand bekend^ toevallige opeenhooping van den vijand) kan ik mij voorstellen, dat de sectie salvo's afgeeft. Artikel 16 zegt verder: „De sectiecommandant commandeert op aanwijzing van den onder wijzer, zoodra bij een der stukken de lading is volbracht Rechter- {linker-) stuk vuur" „hiermede voortgaande, tot op het commando: „Houdt op vuur"; „enz. enz." Aannemende nu, dat de sectiecommandant bijv. het rechterstuk het éérst heeft laten afvuren, commandeert hij ook in den treure (volgens het reglement): Rechterstuk vuurHij gaat daar immers mede voort. Noch de oude sectieschool, noch het Nederlandsche reglement begaat deze fout. De sectiecommandant zal bovendien niet altijd: „Rechter-{linker-) stuk vuurkunnen commandeeren, zoodra bij een der stukken de lading is volbracht. Worden namelijk de beginselen van het inschieten beoefend, en luidde bijv. het commando: Rechterstuk op 1200 Meter," dan is de sectiecommandant genoodzaakt ook met het rechterstuk het vuur te openen, al is ook het linker- het eerst met laden en dus tot vuren gereed. Het linkerstuk toch staat op 1300 Meter. Deze fout komt zoowel in de oude sectieschool als in de Nederlandsche voor.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 168