„Men behoeft" zoo schreef hij „niet het eiland in alle richtingen
te doorkruisen om dadelijk overtuigd te zijn van de groote vruchtbaar
heid van den bodem. Zoowel in het oostelijk als in het noordelijk en
zuidelijk gedeelte van Ni as geeft de grond genoegzame blijken van
rijkdom en groeikracht. Doch helaas bespeurt men ook spoedig,
dat zich de landbouw aldaar nog op een zeer lagen trap bevindt en
dat, zonder te spreken van verwaarloozing, van al die schatten geen
genoegzame partij wordt getrokken, daar een groot gedeelte van den
bodem nog woest en braak ligt.
„Hoezeer het land in allen deele geschikt is voor de aankweeking
van verschillende kostbare voortbrengselen, zooals koffie, tabak, peper,
indigo en andere producten, geschikt voor den buitenlandschen handel,
zoo bepaalt zich de geheele landbouw bij de cultuur van rijst, dja-
goeng, obi's en wat suikerriet, hoofdzakelijk voor consuintie en
gedeeltelijk, zooals de rijst, voor uitvoer. Daar het land rijk is aan
klapperboomen, zoo vinden vele ingezetenen aan de stranden een bestaan
in het bereiden van olie, doch betrekkelijk is dit niet van groot belang.
„Ook de bosschen, vooral in het noordelijk gedeelte van het eiland,
leveren bijzonder goede houtsoorten op, vooral voor den scheepsbouw;
doch vermits de scheepvaart v oor het oogenblik nog niet veel te be
duiden heeft en de Niasser zich niet toelegt op de zeevaart, zoo
blijft niet-alleen een groot gedeelte van dat kostbare hout onbenut
liggen, maar men verbrandt het zelfs naar welgevallen, om droge
rijstvelden aan te leggen die dikwijls dienen verwisseld te worden.
„Tot nu toe is het niet bekend dat het eiland door de natuur be
deeld is met metalen. Alleen bestaat het vermoeden, dat er looderts
aanwezig zou zijn, doch daar het land tot heden door geen deskun
dige is bezocht, is het nog de vraag of het geene kostbare metalen
in zijnen schoot bevat. Wetenschappelijke nasporingen dienaangaande
zouden wellicht tot goede uitkomsten leiden.
„Hoewel de massa der bevolking varkens en geiten houdt, die bij
feesten worden geslacht, en er eenige karbouwen in de nabijheid van
eenige Haleische kampongs rondloopen, biedt het land ten aanzien van
het dierenrijk weinig of geen voortbrengselen of hulpmiddelen aan; hier
en daar wordt wat tripang gevangen en langs het strand gevischt,
doch in het groot wordt de visscherij niet gedreven.